Dagboek van een Neo-antiquair
Vrijdag
Het zou mij sterk verbazen als de gemiddelde Antiquair ouder wordt dan zestig jaar: wat een zenuwslopend beroep lijkt me dit! En ik ben nog niet eens begònnen, want ga morgen pas officieel open. Alles natuurlijk weer laatste nippertje. Ben achteraf blij met opleiding Hotelschool en vier jaar als KLM-steward - je raakt niet zo gauw in paniek. Tot laatste moment gepiekerd over juiste naam van zaak op etalageruit: ‘Oma's Corner’ toch veranderd in ‘Moetiek’, want zo snel gaat het allemaal - de bulletjes van nog maar de vorige generatie zijn al Antiek. Als Trekker in de etalage toch gekozen voor het Draaimolen-Hobbelpaard, waarop bordje met Niet Te Koop. Van H., die binnenkort zijn zesde Bric à Braczaak opent, geleerd dat je de spullen waar ‘Niet Te Koop’ bijstaat het eerste kwijt bent! 's Avonds nog zes kuub zand op de vloer gestrooid en kruiwagen naast Paard in etalage gezet, met bordje ‘Nieuwe Zakelijkheid’. Doodmoe naar bed en nog even gebladerd in Prisma-Antiekboek, om morgen niet helemaal met mijn bek vol tanden te staan. Jugendstil blijkt met één L en toch niet helemaal hetzelfde als Art Déco. Van H. geleerd dat je het beste kunt spreken van ‘een interessant grensgevalletje’, als je het niet zeker weet. Goed onthouden dat de 18e eeuw loopt van 1700 tot 1800 en niet van 1800 tot 1900, want daar begint de twintigste eeuw.
Nou, het zal mij benieuwen, maar heb toch het gevoel dat ik eindelijk lekker bezig ben in deze eeuw!
Zaterdag
Voor ik de deur uitga kijk ik nog even rond wat er meekan voor in de winkel. Het oude Broodrooster, het groen-email Vergiet en de houten Erres-radio achter in de besteleend geladen. Er zijn bloemstukjes van de slager van links, de ijzerwinkel van de overkant en de sauna op de eerste verdieping. Tegen elven arriveren de meeste genodigden. Ik schenk sherry in de kopjes van een Beatrix Potter-kinderserviesje, die ze mogen houden als aandenken. Hans Boskamp, fantasies dat die kon, want toen Henk Molenberg afzei zat ik vreselijk omhoog, houdt een openingsspeech die geloof ik wel geestig is en koopt nota bene zelf een Jugendstil-stoof en een 19e eeuws zoutvaatje (uit 1923), van zijn zwarte honorarium à ƒ 150, -.
Mevrouw C. was weg van het Hobbelpaard. ‘Maar ik zie dat het niet te koop is’, zegt ze. ‘Voor jou altijd schat’, antwoord ik en die losse manier van zakendoen wou ik zien vast te houden. 's Middags, alle lieve gasten weer naar huis en ik eindelijk alleen in mijn eigen lieve nieuwe winkel, met The Platters en Doris Day knoertehard op de originele jukebox, komen de eerste publieke klanten binnen. Ik verkoop binnen één uur drie petroleumstelletjes, zes Droste Cacaoblikken, veertien Dinky Toys en een affiche van Phil Bloom, naakt bij het Lieverdje, aan een Amerikaans echtpaar. Daar heb ik er zeshonderd van liggen. Maar altijd 1 tegelijk in je zaak hangen, heb ik van H. geleerd.
Zondag
Als ik even langs de zaak rij om te kijken hoe hij eruit ziet voor iemand die er langs rijdt, schrik ik mij een rolberoerte: de ruit is ingeslagen en het Draaimolenpaard is weg! In de winkel zelf een onbeschrijfelijke ravage. Het waren kennelijk kenners, want ze hebben de groenglazen, lampekappen en de letterbakken laten hangen, maar de krantebakken, de nikkelen rookpoten en alle strijkijzers zijn meegenomen!
Ik bel de Glashandel uit bed voor een nieuwe ruit, waar ik bij nader inzien toch maar ‘Oma's Corner’ op schilder.
De verdere dag druk bezig met allerhande vrindjes bellen om voor morgen toch een beetje een collectie bij elkaar te scharrelen.
Frits, de schat, biedt spontaan twintig Koekoek-schoolplaten aan en Thea doet genereus afstand van een tiental oude plaspoppen. Tesamen met een partijtje wit serviesgoed dat ik bij een klein winkeltje in de Jordaan weet los te peuteren en dat, mits voor het tienvoudige geprijsd, het bij mijn cliëntèle heel goed doet als Frans Caféporselein, vormt zich zo toch al snel weer een grappige voorraad Neo-Antiek. Om een publiekstrekkend Pronkstuk in de etalage te hebben, leen ik in Zandvoort van Tedje en Toos een verweerde rieten strandstoel uit hun Paviljoen Marbella.
's Avonds druk bezig met het uitknippen en inlijsten van de oude Panorama-achterpaginaas met die kostelijke getekende apen van Lawson Wood!
Maandag
Terwijl ik bezig ben met het zandstralen van de oude koektrommel, trippelt Mr. G.B.J. Hiltermann de winkel binnen om te informeren naar die porceleinen teckel voor het raam. Nog een beetje boos van gisteren en daardoor wat brutaal, zeg ik: tweeduizend gulden. Vreemd genoeg verschiet Mr. G.B.J. nauwelijks van kleur en als ik hem het kurkje in de buik van de teckel laat zien en erbij verzin dat het stomme dier in feite een Jugendstil-pepervaatje is, hapt hij toe. Ik moet de rekening naar de AVRO sturen, dus dat zit wel goed.
Zodra hij de deur uit is, nu met drie teckels, twee van vlees en een van geglazuurd gips, verhoog ik alle prijzen met honderd