absoluut niet meer tegen, dat je na twee minuten de draad al kwijt bent omdat iedereen iedereen en van alles kan zijn. Op het laatst weet je zelf niet meer waar je bij hoort. Dat is trouwens een ontzettende mazzel geweest voor de Amerikaanse filmscenarioschrijver as such.’
‘Such as wat?’
‘Nou, dat al die diensten en die contra intelligence services dwars door elkaar heen bestaan, dat al die agents daar double zijn. Zo kom je d'r altijd uit, met je plotje.’
‘D'r was toch ook nog een nieuwe Humphrey Bogart? Die waar ze verliefd op elkaar worden?’
‘Dat worden ze toch altijd, bij Humphrey Bogart?’
‘Nee maar in het echt dus, omdat zij daar voor het eerst Lauren Bacall was. En To Be or Not To Be heet ie geloof ik. Zullen we daar dan gezellig heen?’
‘Nee, dat is Hamlet, maar daar zijn we nou al te laat voor, want we moeten ook nog eten. To Have and Have Not, hier staat ie, uit 1943.’
‘Hoewel. Toch vind ik het altijd zonde van m'n avond uit, een ouwe film. Je zit toch altijd te kijken naar iets wat er al niet meer is.’
‘Dat is toch altijd met film?’
‘Ja dat wel, maar met een nieuwe film heb ik tenminste het idee dat het leven gewoon verder gaat. Met Bogart ben ik altijd bang dat ze intussen de hele stad hebben veranderd, terwijl ik in de bioscoop zit.’
‘Nou laten we dan alleen gezellig gaan eten. Dan hebben we daar lekker de tijd voor. Film èn eten halen we toch niet.’
‘Vind ik ook gezellig. Maar niet naar Apart, want daar zitten we ongeveer elke week.’
‘Goed, geen Chinees dus. Vis?’
‘Hè nee, daar zit je zo te kijk. Net een aquarium daar beneden. En als je boven zit zie je geen hond. Trouwens vis vind ik toch geen gezellig uit eten gaan.’
‘Nou, wat wil je dan. Frans? Les Deux Réchauds?’
‘Dat is toch daar waar je je mond niet open kunt doen omdat ze alles vier tafels verder kunnen horen? Waar je met praten moet wachten tot die gitarist er is?’
‘Nee, die gitarist loopt in Le Vieux Bidet, maar je krijgt er wel een houten kont, dat is waar.’
‘Waar?’
‘Nou in Les Deux Réchauds. Maar nou moeten we wel opschieten anders is overal de keuken dicht en dan wordt het weer tosti's in De Zwengel. Dan kunnen we net zo goed thuisblijven, want ik heb je pas nog zo'n aardig tosti-apparaat gegeven, wat je dus nog nooit gebruikt hebt, voor je moederdag.’
‘Schat! Wat gezellig! We kunnen tosti's maken!’
‘Ja, dat kan met die apparaten hè, daar zijn ze dus voor. Maar eh, suit yourself hoor.’
‘Nee ben je gek! We blijven lekker gezellig thuis! Ik maak een paar heerlijke tosti's, zet jij dan lekker Edward de Zevende op.’
‘Ja, die is nu net afgelopen.’
‘Nou een plaatje dan. Wil je tosti ham of tosti kaas? Oh ik heb alleen geen ham.’
‘Nou doe maar tosti kaas dan.’
‘Hè?’
‘Tosti kahaas!’
‘Oh, het is Komijne. Kan dat?’
‘Ja hoor, vanavond kan alles. Wat wou je horen. Stevie Wonder?’
‘Hè Jezus nee, niet wéér Stevie Wonder.’
‘Het is toevallig wel de plaat van de Eeuw, maar goed. The Eagles dan maar?’
‘Neehee. Doe nou's wat anders. En ook niet The ELO, want dat is hetzelfde.’
‘Hetzelfde. Maar goed. Wil je dan klassiek bij je tosti? The Best Of Mahler dan maar weer?’
‘Ja, bijvoorbeeld. Hier is je tosti. Ze zijn een beetje wittig, maar dan doe je de spotjes maar uit. Of zullen we ze gezellig mee naar bed nemen? Dan zoeken we wel wat leuks op de wekradio.’
‘Ik vind alles prachtig hoor. Waar zijn de avondkranten?’
‘Hè ga nou geen kranten liggen lezen door het hele bed. Weet je nou echt niks gezelligers?’
‘...Nee.’