Het groot bescheurboek
(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten– Auteursrechtelijk beschermdEen bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders
[pagina 48]
| |
[pagina 49]
| |
[pagina 50]
| |
Lezen op reisGoed Verbondsnieuws: reizen wordt goedgekeurd door het Simplisties Verbond. Nota beide bene: vooral de oude chinese wijze van reizen, waarbij men zichzelf niet overal mee naar toe sleept. Een beetje als het water zijn dus. Nergens vandaan komen en nergens naar toe gaan maar de hele reis onderweg blijven. Vergelijk, mutate metante, het Leven met een Reis. Helaas kan de westerse mens zo niet reizen omdat hij zijn reis ruim van tevoren moet bespreken. Maar wel. Als reizen wordt goedgekeurd door het Simplisties Verbond en lezen ditem, dan wordt over Lezen Op Reizen vanzelfsprekend, symbolies vanzelfsprekend, toch zonder meer zeker de steelloze matteklopper geplakt? Jammer! Zo simpel ligt u niet, ligt ons niet en ligt het niet. | |
Reizen in zijn achterhoofdHet Simplisties Verbond in zijn geheel en met name heer Bie en heer Kooten, ziet de matteklopper graag overheen twee hardnekkige, negatief simplistiese reis- en leesopvattingen gehaald. 1. Dat men de mooiste reizen in zijn luie stoel zou maken (vergelijk mutate metante zijn luie stoel met zijn achterhoofd) en 2. Dat reizen de blik zou verruimen en dat de reiziger in een geestelijker klimaat verzeilt; dat hij wil leren, lezen en weten. Ja: die positief simplistiese wens hebben we allemaal wel! | |
Stomme cijfersHeer Bie kwam tot een interessante ruwe schatting, waarbij hij uitging van honderd procent. Tachtig procent van de hedendaagse reizigers zal een reis boeken en zonder boeken reizen. Acht van de tien reizigers lezen op reis niet meer dan lichtreclames, suikerzakjes, haltepalen, krantekoppen, gebruiksaanwijzingen, etiketten, menuus en gekalkte leuzen, standbeelden, een pamflet voor het plaatselijk casino, de telegraaf elke dag van a tot z en twee uit holland meegenomen weekbladen van achteren naar voren. Maar géén boek, om over literatuur nog maar te. Simpelweg: dan houdt men van de tien reizende nederlanders er nog twee over. De een is vast van plan op reis te lezen, want hij leest toch al veel te weinig en kan zijn achterstand dan op reis mooi een beetje inlopen. Hij neemt een vijftal boeken mee (6), van alles wat, maar hij komt aan vier boeken niet toe en in het vijfde tot op een flink stuk voor de helft, zo ongeveer op de helft van de eerste helft, nou nee, daar op de helft van. Het eerste hoofdstuk dus, iets voor het einde. Tot bovenaan pagina twee. Een schrijpend voorbeeld van negatief simplisties optimisme: zichzelf op reis aanslaan voor de lezer die men thuis al niet is. | |
En die andere ene kunt ú zijn!Deze noodgedwongen simplifikatie en dat realiseert het Simplisties Verbond zich heel goed, leidt dan tot de konklusie dat u die tiende reiziger bent, want heer Bie en heer Kooten gaan nooit met vakantie. U gaat op reis en u leest en een aantal malen in uw leven doet u beiden tegelijk. Natuurlijk wil het Simplisties Verbond hier weer even waarschuwen. Probeer het bijvoorbeeld niet mooier te maken dan het is. Lees op reis geen reisverhalen, want dat slaat elkaar dood. Dan ben je nergens meer. Is de vreemde u nog niet vreemd genoeg, lees dan bijvoorbeeld in de Ardèche een Peelroman en in de Peel de Griet Manshande-trilogie. Een pakketje wat wij overspannen vakantiegangers vaak aanbevelen bestaat uit: twee Sjöwalls en Wahlöos, één gedichtenbundel (geen Slauerhoff), één werkje van Harris, Berne of Laing, een autochtone pocket in de landstaal en de bijbel. Dat werkt. Speciaal geschikt voor op het strand acht het Simplisties Verbond Jonge Amerikaanse auteurs, Kasteel- en Doktersromans, Penguins, Darboeken en de Contact-reeks. Plaatwerken altijd op de kamer! Wie ieder jaar naar dezelfde plek trekt doet er bovendien goed aan elk jaar opnieuw een favoriet boek ter plaatse te herlezen en het Simplisties Verbond weet van een geval (een programmeur) dat nooit iets anders meeneemt dan een koffer vol oude jongensboeken en als herboren thuiskomt. Maar met een beetje fantasie krijgt ook u best een tasje literatuur bij elkaar dat de reis verlengt en verbreedt en verdiept. En vooral: verkort. Want daar is het iedereen immers om begonnen - dat de vakantie lijkt omgevlogen, achteraf. | |
Positief simplisme: boek geen reis maar reis in een boek!Blijf thuis. Spaar geld. Laat de schrijver het vuile werk maar opknappen: treinen missen, neerstorten, buffels schieten, diepzeeduiken, lawines overleven, dadels plukken, oases zoeken, vrouwen versieren, tequila drinken, thuiskomen. En opgepast bij het inpakken: wie toch op reis gaat kan beter zijn zonnebril vergeten dan zijn leesbril! | |
SinterklaasavondDe Oudjes veerden op toen daar in het schemerdonker plotseling een bebaarde gestalte met een Grote Zak over zijn schouder voor hun deur stond. Zou Sinterklaas dan toch nog...? Maar toen Vader het buitenlicht aanknipte was hun Droom, pats, voorbij: het bleek hun Zoon die daar stond, de student uit de Grote Stad, met een baal vuil wasgoed bij zich. | |
De Moffen‘Wij wisten waar ze zouden komen, de Moffen. En hoe laat ongeveer. Dat hadden we via via. En ook dat ze zich dan onmiddellijk begonnen in te graven. Wallen ontwerpen, Mauer. Dus het ging erom dat we onze mensen daar ter plaatse konden krijgen voordat De Mof zou arriveren. Godzijdank was de nacht waarin het moest gebeuren aardedonker. Wij konden onze mensen dus strategies opstellen zonder al teveel opzien en ruchtbaarheid. Eindelijk werd het ochtend. En daar kwamen De Moffen. Van alle kanten tegelijk. Een verschrikkelijk geluid was dat. (Daar wen ik nooit aan, aan die taal). Maar we hadden ze dus volkomen verrast, want hier hadden ze totaal niet op gerekend. Paniek, verwarring. Overal waar ze wouen beginnen te graven lag dus een mannetje van ons. Op een handdoek. Zogenaamd om te zonnebaden. Dat was allemaal perfect gecoördineerd via onze contactman van Paviljoen Zeezicht. Geen poot hebben De Moffen toen aan de grond gekregen. Ik spreek nu van 4 mei 1976 en achteraf was dat dus de eerste stranddag van dat jaar.’ |
|