| |
| |
| |
Verbondspost
1.
Estheeze
Geachte Heer Kooten,
Tot mijn grote vreugde kan ik u berichten dat alles erop wijst dat onze keuze van het Verbondsterrein een zeer gelukkige is geweest.
Weliswaar konden we in november niet vermoeden dat ‘us plekkie’ in juli zou zijn uitgegroeid tot brandnetelmuseum (ongelofelijk: manshoog en vuistdik!), maar zeker een kwart van het hoofdveld is al weer begaanbaar. Jammer dat zo weinig simplisten gehoor hebben gegeven aan onze oproep in De Kampioen. Ik betwijfel dan ook of voor wat betreft de bouw van de Vergaderzaal de Pasendeadline haalbaar is. De damesslaapzaal zie ik niet voor kerstmis '77 gereed, om van wasplaats en openluchttheater maar te zwijgen.
Maar, Heer Kooten, er wordt hier veel gezongen en dat centrum van ons dat zal er potverblomme komme!
O ja: er is weer een schrikbarend tekort aan kartonnen dozen. Zoudt u Heer Overvest van de Verbondspapierophaaldienst opdracht willen geven zo snel mogelijk het karton uit te selecteren? Er wordt met smart op gewacht!
Jammer dat uw komst i.v.m. de bevalling van uw poes weer enige vertraging ondervindt. Aan de andere kant leuk dat wij hier bezig zijn u een grote verrassing te bereiden...'t Is waarachtig al een gevleugelde uitdrukking aan 't worden: ‘Jongens, dit zou Heer Kooten moeten zien!’
Simplisties groetend dag,
uw Heer Bie
| |
2.
Purmerend, moederdag
Beste heer Bie,
Het zijn er zeven! Er was er eentje bij met een heel mismaakt neusje, ook een beetje scheel en een dubbelgevouwen oortje. Die hebben we Wim genoemd. ‘Kees’ daarentegen is een ongelofelijk pienter poesje - gitzwart en met helderfelle oogjes, die nu natuurlijk nog dicht zijn.
Het was me anders het nachtje wel vannacht. Warm water, natte gastendoekjes, de föhn, de mediese WP, lauwe melk en steriele speentjes - alles hadden we klaarstaan, maar als het dan zover is gaat het wonder der natuur toch zijn eigen gang en is moederpoes' Wil weer eens Wet! De kartonnen doos is nu dus nog eventjes bezet, maar zodra Moeder en Kees eruit zijn (Wim en de andere vijf schattige wollen balletjes heb ik zojuist verdronken) neem ik hem mee naar Estheeze want heer Overvest laat het lelijk afweten met zijn papierophaaldienst. Al speelt in het hele geval Overvest natuurlijk wel mee dat zijn vrouw vorige week woensdag blijkt te zijn bevallen van een vijfling.
Kortom: ik kom zodra de doos vrij is. Het heeft geen zin om nu al te verschijnen want dan zou ik toch nog een keer terug moeten voor de doos. Ik kom dus zo snel mogelijk, mèt kartonnen doos.
Tegen brandnetels helpt dat je er urine op plast, liefst allemaal tegelijk. Als u dat met uw mensen nu afspreekt om meteen na de ochtendboterham en de halfelfkoffie boven de brandnetels ‘uit de broek’ te gaan, dus alle verzamelde urine rechtstreeks op de brandnetels plassen, dan zal u eens zien.
Nu: nu nemen wij er hier nog eentje op jullie daar. Nemen jullie daar er vanavond ook maar eentje op ons maar denk er aan: niet ‘doorzakken’ want in januari '77 uiterlijk komen die Bulgaarse Simplisten en die kunnen onmogelijk nog worden omgegooid.
Dan doen we het maar zolang zonder wasplaats en dan graven jullie desnoods maar latrines zolang: veel luxe zullen die bulgaren thuis immers ook niet gewend zijn.
Goed Kamp.
heer Kooten
| |
3.
Estheeze
Geachte Heer Kooten,
Heerlijk te vernemen dat het U en de Uwen zo naar den vleze gaat.
Heel blij waren we met uw anti-brandneteltip. De praktijk leert ons echter dat elke brandnetelplant gemiddeld 2x beplast moet worden wil hij het lootje leggen. M.a.w.: we hebben een schrikbarend tekort aan urine! Zoudt u nu zo vriendelijk willen zijn een balletje op te gooien bij uw huisarts? Dagelijks worden daar immers liters mensenvocht afgeleverd, terwijl voor een doorsnee onderzoekje slechts één vingerhoed voldoende is.
Mocht dit afstaan van overschotten afstuiten op de mediese ethiek (valt de urine in verkeerde handen, dan kan er inderdaad op afschuwelijke wijze misbruik van worden gemaakt!), dan kunnen wij nog overwegen een oproep via de tv te plaatsen. Koppelen we het aan een nationale aktie, dan zouden we kunnen vragen of iedere Nederlander een flesje bij zijn eigen huisarts brengt (huisartsen zijn immers ook 's avonds ‘open’!). Met de opbrengst (minstens 4 containers, schat ik) branden we dan in één weekend het terrein plat, zodat we eindelijk eens aan de eigenlijke bouw kunnen beginnen.
Tot zover, Heer Kooten, want ik moet me nu voorbereiden op de bonte avond, waarop ik van plan ben Carmiggelts weergaloze schets De Voordrachtskunstenaar uit het hoofd te reciteren!
Houden zo,
uw Heer Bie
| |
4.
Purmerend
Beste heer Bie,
Als ik het goed begrijp stelt u dus eigenlijk de instelling van een ‘Pisbank’ voor en u moet het me maar niet kwalijk nemen maar dat idee vind ik even onsmakelijk als onzakelijk. Gelukkig ken ik uw integriteit het milieu ten aanzien en dat maakt uw urine mijnerzijds nog wel verteerbaar maar als u persé niet wilt ‘spuiten’ moet er toch nog wel een tussenoplossing te vinden zijn - ik ben zo bang dat het Simplisties Verbond verdacht
| |
| |
wordt van Poep en Pies-grappenmakerij als we echt in het groot gaan oproepen tot vrijwillige waterdonatie; dan zou de hele brandnetelkwestie namelijk nog oneindig veel ‘neteliger’ kunnen worden dan zij nu is. Al blijft het een moeilijk parket. Waarom proberen jullie ze niet eenvoudig uit te trekken? Als je zorgt dat het lichaam en gelaat geen blote stukken vertonen, dus met behulp van werkhandschoenen of de mouwen van uw sweater over de handen getrokken, anklets over de broekspijpen en een theedoek op het hoofd zoals de arabieren dragen maar dan andersom, dus de ‘flap’ niet in de hals (nek) maar voor het gezicht met twee gaatjes erin, dan houden we er bovendien een aantal vaten brandnetelsap aan over en één telefoontje met Mellie Uyldert kan u vertellen waar dat allemaal goed voor (en tegen) is. Op dat idee van een eigen selfsupporting makrobiotiese verbondscentrum-apotheek hoop ik nog nader terug te komen maar nu ga ik nog even snel de zon in want hij is net doorgebroken en u weet hoe Bruin mij het Einde staat.
Veel gezond simplisties plezier op de Bonte Avond (u doet toch zeker ook nog dat nummer van die Arabier met zeven kamelen?) en zolang te water dan maar weer.
heer Kooten
| |
5.
Estheeze
Geachte Heer Kooten,
Uw vorige brief, waarin U ons, laten we nu maar eerlijk zijn, toch eigenlijk ergens ideologies op de vingers tikt, heeft grote indruk gemaakt toen ik 'm na de avondbobam voorlas.
Ja, U hebt gelijk, we waren op de verkeerde weg. We mogen er alleen maar blij om zijn dat U er kennelijk niet te zwaar aan tilt. Maar, Heer Kooten, hier, zo verstoken van alles...en dan die zon, die zon, die zon...en de netels...Gelukkig dat U, in de grote stad, het zicht op de werkelijkheid blijft behouden. Wij Simplisten leven toch al in een glazen huisje.
Excuses ook als ik terugkom op een voor ons zo brandend probleem: de kartonnen dozen. In een vorige brief ben ik niet duidelijk geweest: het gaat ons niet om één doos, we hebben behoefte aan HONDERDEN KARTONNEN DOZEN!
De bedoeling is nl. dat wij rond het hele terrein een ± 3 m hoge muur optrekken, die onze inwijdingsrituelen moet onttrekken aan al te nieuwsgierige blikken. U herinnert zich ongetwijfeld hoe wij in de rats zaten toen vorig jaar de Neue Illustrierte een tipje van die sluier oplichtte. Wat dat betreft groeit mijn respekt voor een zusterorganisatie als die der Vrijmetselarij. Een eeuwenoude orde en nog steeds weten wij niet wat Heer Knap en consorten in hun loges eigenlijk uitvoeren.
Laat het Simplisties Verbond toch niet overkomen, wat gebeurde met de Rozekruizersbeweging, de Boyscouting en het Sado-Masochgenootschap. Door de deur open te zetten, haalt men de vervlakking in huis. Ik geloof daarom ook dat het hoog tijd is de Verbondsballotage en Ontgroening aan een krities onderzoek te onderwerpen.
Tot zover, want men waarschuwt mij dat een boze dorpskruidenier van wie wij al 14 dagen op de pof betrekken, het terrein heeft betreden. De oude direkteurstruc dan maar weer...
Blacham
uw Heer Bie
| |
6.
Purmerend
Beste heer Bie,
Er is natuurlijk zoiets als privacy. Er is echter ook zoiets als isolationisme. Tegelijkertijd bestaat er zoiets als sektarisme. En er bestaat natuurlijk zoiets als bestaansrecht. Nu is het aan ons om exact over de witte streep van de gulden middenweg te laveren.
Ook bestaat er niet alleen zoiets als een middenweg, maar er bestaat ook nog zoiets als een middenstand. Dat wij daar niet buiten kunnen zal u duidelijk zijn; denken als u doet over deze materie. En er bestaat zoiets als integriteit, gentleman's agreement en gewoon een schone lei. Mag ik u daarom toch op uw hart drukken de kleine zelfstandigen van Estheeze te vriend te houden want er bestaat ook nog zoiets als een uitspraak van John Lennon die heeft gezongen:
A working class hero is something to be.
A working class hero IS something, heer Bie! Bij het opruimen van de middelste verbondsbureaulade ben ik, naast de dronken naaktfoto's die wij van elkaar hebben genomen toen we het rond kerstmis 1975 weer eens helemaal niet zagen zitten, bovendien een vergeten partijtje Instrijkers tegengekomen, u weet wel, met Goedgekeurd door het Simplisties Verbond.
Die heb ik gesleten aan twee Purmerendse boekhandels en de netto opbrengst, zijnde een lapje van honderd, sluit ik hier separaat bij in. Vereffent u daar svp zo snel mogelijk de kruidenier mee! En informeer dan gelijk of hij niet een partij kartonnen dozen op het plaatsje achter de winkel heeft liggen staan.
Daarmee zit ik op de muur: een drie meter hoge muur van karton? En hoe moet dat bij natworden? Ook schrikt een beetje paparazzi er niet voor terug om daar zijn telelens dwars doorheen te prikken. Daarom heb ik dus een beter idee. Er bestaat zoiets als een Brandnetelprobleem dat geen probleem hoeft te zijn. Want waarom de netels niet naar de omtreklijnen van het terrein verplant? Dat lijkt me prakties, symbolies, milieus het Ei van Columbus!
Heel veel Boeka, heerlijke
Pinta en Santa Maria,
heer Kooten
| |
7.
Estheeze
Geachte Heer Kooten,
Weer heel hartelijk dank voor uw heerlijke, nuchtere, met beide benen op de grond staande brief. Dat is een attitude die wij zo
| |
| |
broodnode missen. Er is nl. in deze drie weken nog geen druppeltje gevallen, maar gelukkig heeft deze schaduwzijde toch ook een zonnige kant.
‘De zon stond bijna loodrecht boven ons. Zij wierp slechts een weinig schaduw om onze voeten. Zij verlichtte elken hoek, elke spleet. Geen wolkje stond aan den hemel, geen windje bewoog zich, de lucht was zuiver en vol geuren. Hier was de plaats, waar nieuwe, gezonde, gelukkige gedachten geboren konden worden!’ (Karl May, Winnetou's Testament, blz. 225).
U hebt gelijk: het is negaplisties de hele middenstand over één kam te scheren. Toch zóu ik ze zo af en toe. Vanmorgen in de koffiepauze heb ik bijvoorbeeld geprobeerd voor mijn kleine jongen een vlieger op te laten. Of een vlieger, 't was een door en door moderne variant: een plastic piloot met duizenden in de war kringelende koordjes verbonden aan een plastic parachute, het geheel aan een rol touw. 't Is onbeschrijflijk, Heer Kooten, welk een woede zich van een mens kan meester maken, hollend over een weiland, 35o in de schaduw, met achter zich aan een vlieger die niet opgaat!
O, als ons Verbond toch eens tot zo een MACHT mag geraken, dat de Ploert die dit wanprodukt heeft uitgedacht, zich 2x bedenkt met het op de markt te brengen, in de zekerheid dat ons Verbond het onmiddellijk zou afkeuren waardoor...ja, bijna had ik geschreven waardoor die vlieger niet zou opgaan. Een al te gemakkelijke. Maar U begrijpt 't. U begrijpt alles.
Plons!
uw Heer Bie
| |
8.
Purmerend
Arme Heer Bie,
Daar grijpt u weer eens uit mijn hart! Inderdaad passeert er door de spuigaten hoofdzakelijk fabrikanten-afval. Ik weet nog goed hoe mijn opa voor mij een Vlieger maakte: dat ging van een geraamte van mooie dunne vurenhouten latjes, langs de omtrek vliegertouw en daarovereen gespannen vrolijk gekleurd, sterk en winddicht laat ik nu maar noemen Cellophaanpapier. Kan ook anders geheten hebben. Maar niemand kan je daar vandaag de dag meer aan helpen! Misschien ergens een papierwinkeltje in een achterafstraatje in de provincie en dan heeft de partij waarschijnlijk zó lang gelegen dat het cellophaanpapier voor het vliegerende doel niet langer geschikt is. Maar u zegt geen nee anders heeft de winkelier helemaal voor niks geklommen op zijn wankele laddertje naar de hoogste plank, dus u neemt wat vellen mee (rood, geel, blauw - ook de kleuren hadden toen een kwaliteit die je tegenwoordig nergens meer in terugziet) en u bouwt zo goed en zo kwaad als dat gaat een echte ouderwetse vlieger. U plakt hem met stijfsel of gluton (niks plasticlijms, glue-stifts of twee componentenplaksels), u knipt een contrasterend gekleurd maantje, mannetje of zon uit het tweede vel, plakt dit op uw vlieger en...vieren maar. De staart, dat bedenk ik nog net op tijd, was van touw waarin reepjes oude poetsdoeken, onderbroeken of linnengoed, gescheurd en op onderling gelijke afstanden, als strikjes in meisjesharen gebonden. Ziet u in de moderne speelgoedsupermarkt nog wel eens een vlieger met een Staart? Ze zullen u uit lachen, nadat ze u aan hebben zien komen. Nee Heer Bie, ik moet nog even aan het gevoel wennen en weet er ook nog niet helemaal raad mee, maar in steeds meer opzichten voel ik mij, sprekend als directeur van het Simplisties Verbond, wat Links zou noemen ‘reactionair’ beginnen te aarden.
Leve het Papier!
uw heer Kooten
| |
9.
Estheeze
Geachte Heer Kooten,
Daar snijdt U does-portant een basisprobleem aan! Namelijk de vraag waar wij eigenlijk staan. Wel, staat U mij toe dat ik uit het blote hoofd probeer de zaken nog 's op een rij te zetten. Wat grof weliswaar, want de rijdende bibliotheek heeft dit dorp vorige week nog aangedaan, zodat er tot Kerstmis geen boeken meer zijn na te slaan.
Ben ik er ver naast met Rechts te schetsen als ‘houden wat je hebt’?
En links met ‘proberen méér te krijgen’? Ik dacht dat ik de geschriften van Prof. Oud en Karl Marx hiermee adequaat heb samengevat.
Welaan, zijn wij Rechts? Neen, want wij willen eerder ‘terughebben wat we hadden’, dan ‘houden wat we hebben’ (U een vlieger, ik een Vliegende Hollander). Zijn wij links? Neen, want reeds in onze oprichtingsfase formuleerden wij de stelling ‘de meeste mensen willen méér, het Simplisties Verbond wil minder’. Kortom, Heer Kooten, ik dacht weer 's onomstotelijk te hebben bewezen dat er maar één isme is en dat is het Simplisme.
Over enkele uren wordt het Zomerkamp plechtig gesloten. Een prachtig resultaat werd geboekt: alle brandnetels hebben het veld moeten ruimen. Er staat er geeneen meer! Laat nu herfst en winter maar komen, volgend jaar gaan we er weer fris tegenaan. Drinken we binnenkort samen weer een goed glas in uw biljartkamer?
Cheers en Cheerio,
Roger en uit.
Uw Heer Bie
| |
| |
| |
Misschien leuk thema voor eigentijds kinderboek
Er waren eens een pappa en een mamma die dik voor mekaar waren. Want ze waren allebei ontzettend dik, maar daar maakten zij zich niet druk om. Nu zijn dikke mensen toch al gezelliger dan normale pappaas en mammaas, maar dikke echtparen die dik voor mekaar zijn, die zijn helemáál dik voor mekaar. Want dat was namelijk zo: die pappa vond zijn mamma veel leuker dik dan dun en andersom vond de mamma een dikke pappa veel prettiger om naar te kijken en aan te voelen dan een mager vadertje. De een was dus dik voor de ander en daarom zei iedereen in het straatje: die twee? Die zijn dik voor mekaar. En ze hadden zeven kinderen die zó dun en sprietig waren dat ze door de brievenbus naar binnen en naar buiten konden. Alleen geen twee tegelijk, want zo mager waren ze nu ook weer niet.
| |
Misschien leuk thema voor eigentijds kinderboek
Er was eens een pappa en die pappa was zó gelukkig, dat hij soms wel zes, zeven keer op een dag klaarkwam. Zomaar ineens. Dus niet in bed bij de mamma van die pappa, maar gewoon om niks. In het wildeweg. Dan werd het gewoon even teveel allemaal, zo gelukkig voelde die pappa zich dan, zodat het een uitweg zocht.
Bijvoorbeeld in de auto had hij het vaak, als een stoplicht net op groen sprong wanneer hij al aan het afremmen was omdat het nog op rood stond. Woensdag nog, onder Weesp. Maar ook 's avonds onder de afwas, of gewoon rustig overdag op het Instituut.
Het ging ook zonder erectie gepaard, want met de piemel van die pappa had het eigenlijk niets te maken. Hij kwam er een tijdje mee bij een dokter, want die wou op die pappa promoveren, maar die is toen vertrokken naar Nairobi. Kon zeker beter verdienen in de Ontwikkelingshulp.
| |
Emotionele schaarste
- Geld doet me niks, gek is dat. Veel meer mooie dingen. Geld doet mij veel minder dan iets moois mij doet. Dat het met elkaar te maken heeft is mijn schuld niet. Die oude schoolplaten zijn nu vijftig gulden het stuk maar dat is elke keer weer zo'n kik, een oude schoolplaat van vroeger herkennen. Of je weer in de klas zit. Thuis dan. Die mòet ik dus allemaal hebben en ook al die blinde kaarten van Nederland van vroeger. Overijssel, Drente, te gek. Dat kan je dwangselmatig noemen, maar dat is nou eenmaal mijn lego.
- Je lego?
- Ja. Hoe je ego in elkaar is gezet, hoe dat past. Het menselijk lego. En oude koekblikken dito. Beschuit, cacao en koffiebussen van net na de oorlog, daar kan ik niet aan voorbij. Moet ik hebben. En voor een beetje blikje vragen ze dertig, veertig gulden tegenwoordig, net zo makkelijk. Een echt blikken koektrommeltje uit de zestiger jaren? Zo'n trommeltje waarin de laatste kruimels zijn vastgeroest? Niet meer te betalen. Ik zal je vertellen een doosje Wybertjes uit '66 vind je al bijna niet meer onder de tien. Die geelzwarte metalen dozen van Droste's Caro's met dat geprofileerde deksel? Beetje gaaf exemplaar doet een geeltje. Vijfentwintig gulden: daar heb je vijf blikjes schoensmeer voor.
- Volle?
- Nee alleen de doosjes natuurlijk. Die oude platte blikken doosjes. Dus inmiddels leeg of alleen nog een restje langs de rand van de bodem. Nugget, Erdal, Pelikaan, Ça va seul. Voor een doosje van Kiwi uit eenenzestig moest ik vorige week tachtig gulden neerleggen. Maar dat is dan ook een van m'n mooiste doosjes momenteel. Ik heb ook een enorme emotionele binding met dat doosje, dat was een geweldige albert heynervaring toen ik dat doosje na je kan wel zeggen twintig jaar weer een keer in m'n hand voelde. Want wij waren thuis met zijn vieren, minus twee ouders, dus je begrijpt: dat was altijd schoenenpoetsen. En als ze niet glommen, nou, borg je dan maar!
| |
De nieuwe kijk
- Wat beweert u in uw boekje en waarom is het zo'n sukses?
- Wel, dat kunt u niet loszien van elkaar omdat u dit niet kunt scheiden. Er is een direkte samenhang tussen het Wat van mijn beweersels als psycho-analitikus en het Waarom van de mate van geestdrift waarmee dit Wat kennelijk door duizenden herkend is als het momentele Het. -
- Kan ook het Wanneer hiermee te maken hebben? -
- Ongetwijfeld, omdat mijn Wanneer het Nu is. -
- Uw Nu? -
- Er is maar één Nu en dat is het Nu van ons allemaal. We zitten allemaal in dezelfde minuut. -
- Maar dat Nu is toch chaotieser dan ooit? -
- Daarom moet een ieder zich om te beginnen beperken tot zijn eigen, hoofdelijke chaos. Het eigen Zelf leren herwaarderen van binnenuit. Dus met aftrek van alles wat zich in de loop van een leven aan het Zelf heeft opgedrongen en aangehecht. Tevelen raken door de theorie van de emotionele schaarste verstrikt in de vraag wat de Tijd met hen heeft gedaan, doet, of zal doen. Terwijl het enig antwoord op de hoofdelijke chaos besloten ligt in de vraag wat dezulken met de Tijd doen. -
- Wat men tot op heden met zijn tijd gedaan heeft is dus niet relevant binnen uw doe-het-zelf-therapie?
- In het geheel niet. Wat doe ik met déze Minuut, die zojuist is ingegaan - daar dient men slechts bij stil te staan. Want Deze Minuut is immers het hele Dagelijkse Leven. We hebben nooit meer dan deze lopende minuut. Welnu: laat Deze Minuut dus nooit negatief beïnvloeden door de Vorige Minuut, zomin als door de Minuut die hierna aanvangt. We dienen er uitsluitend voor te zorgen dat we in de Volgende Minuut tevreden aan Deze Minuut kunnen terugdenken. Trots kunnen zijn op elke minuut.
- Hetgeen een exacte herwaardering van ons Vertroebelde Zelf mogelijk maakt? -
- Precies. Want wij zijn niets meer maar ook niets minder dan dat Zelf in Deze Minuut. -
- Wat is er voor nodig om dit Levensgeluk deelachtig te kunnen worden?
- Dat valt reuze mee. Een Gezond Verstand, Mijn Boekje dus en verder een Goedlopend Horloge met Sekondewijzer. -
| |
| |
| |
Photoos
- Ik moet ze altijd nog eens inplakken. Een schoenedoos vol heb ik staan. En dan nog wat nog geeneens in die schoenedoos zit, maar nog in de oorspronkelijke mapjes regelrecht van de fotowinkel.
Dat worden van die gekmakende stapels want die mapjes blijven nooit netjes op elkaar liggen door de rondvorm van de fotoos. Die leg je 's avonds op elkaar die mapjes en dan 's ochtends blijkt zich dat te hebben uitgegleden over je hele bureau. Voor je het weet hebben die mapjes - je kent ze wel, envelopjes-zijn het eigenlijk meer - ook de eigenlijke albumfunktie overgenomen: de vakantiefotoos van 72 (want zover ben ik achter, ik moet ze altijd nog eens inplakken) daar weet je dus van dat ze in dat en dat mapje zitten. En daar blijven ze dan in, verder.
Eigenlijk kijk ik ze alleen bij het afhalen, fotoos. Hoe ze geworden zijn, even vlug op schoot in de wagen. Daarna vrijwel nooit meer dus, alleen met de mensen die erop staan, als je die toevallig tegenkomt. Maar ik ben nu dus al zover achter met inplakken dat er al mensen van dood zijn, die erop staan. Wat echt bewogen of te donker is gaat linea rectaal prullemand, zover ben ik nu wel. Maar wat kwalitatief de zes plus haalt dat bewaar je nou eenmaal met fotoos, dat doe je moeilijk weg want dat scheur je niet zo makkelijk in tweeën. Uit een soort Eerbied voor het Wonder ook nog wel misschien en voor de prijs.
Wanneer ontdekten ze de gevoelige plaat, de gebroeders Wright? Nog geen honderd jaar geleden, geloof ik pas. Dus reken maar uit en ga maar na. Maar je krijgt allemaal een punt in je leven als je een fototoestel hebt dat je ineens met een schoenedoos vol fotoos zit. En dan gaat het erom. Dat je ze inplakt (hoewel je geeneens meer hóeft te plakken met die moderne alba) of dat je ze altijd verder altijd nog een keer moet inplakken, je fotoos. Dat zal mij dus niet gebeuren want ik moet ze altijd nog eens inplakken. -
| |
Kan wel goed worden
- Tussen de regels door zul je altijd vooral mensen horen in ons programma. Het hele programma krijgt erg veel met mensen te maken. Het gaat eigenlijk helemaal over mensen. Wat willen mensen, wat doen ze, wat beweegt mensen. Het is beslist niet zo dat wij er elke week een leuk radioprogramma uitdraaien en dat wij dan verder de mensen maar de mensen laten. Het liefst zouden wij eigenlijk de hele dag met mensen bezig zijn; met mensen praten, naar mensen luisteren, mensen laten praten en mensen laten luisteren. Wat zijn er allemaal voor interessante mensen onder de mensen? Bestaat er zoiets als de mensen zèlf achter de mensen die je tegenkomt onder de mensen? Die vragen, die dingen.
Daarom willen wij dit programma vooral mèt mensen maken. Ideaal zou het zijn als wij met mensen, voor mensen, een programma van en over mensen zouden kunnen maken. Waar mensen mee zitten, wat ze kwijt willen, waar ze bang voor zijn. Hoe mensen over andere mensen denken. Wij zullen dus zelf mensen gaan bellen en wij zullen, andersom, door mensen gebeld worden. Zodat de mens achter de mens vandaan komt. Ach, we weten er allemaal nog maar zo'n angstig klein beetje van eigenlijk, van wat mensen zijn en waarom ze zo zijn. Toch eigenlijk pas sinds Hilversum Drie zijn we dat een beetje beginnen te vermoeden, wat er allemaal bij de mensen leeft, wat mensen motiveert, wat mensen doet funktioneren als die en die mensen. Wij, de redaktie, wij konden dus dit radioprogramma gaan doen en wij zijn tot de konklusie gekomen dat wij gewoon mensen nodig hebben als we een programma voor mensen willen maken. Ons programma gaat dus in de eerste plaats over mensen, dan komt er een hele tijd niks en dan muziek. Maar goeie muziek. Muziek waar de mensen als mensen wat aan hebben. -
| |
Uw kostbare platen
- Wat doe jij nou met uw kostbare platen?
- Hoezo?
- Zet je ze rechtop of leg je ze neer.
- Je bedoelt hoe ik mijn uw kostbare platen opberg? Nou rechtop dus nóóit meer en liggend zéker niet.
- Maar hoe hou jij dan het langst plezier van uw kostbare platen?
- Zowiezo niet in de hoes opbergen.
- Nee dat spreekt. Je zal wel gek zijn. Dan help je je uw kostbare platen gegarandeerd naar de verdommenis.
- Uw kostbare platen moeten ademen. Dan heeft men het langst plezier van zijn uw kostbare platen.
- Vertel mij wat, over uw kostbare platen! Maar hoe berg jij ze dan op, jouw uw kostbare platen?
- Nou hangend dus.
- Ja maar hóe hangend. Toch niet meer met die speciale vilten knijpertjes voor uw kostbare platen?
- Die Your Precious Records-knijpertjes, ja. Wat is daar tegen?
- Alles! Daar schijnt uw kostbare platen van uit te zakken. Minimaal, maar toch: op een beetje installatie hoor je dat.
- Hoe moet het dan?
- Je moet vragen naar de Record-cord-box van Telefunken. Dat is een uranium draad die precies door het gat van uw kostbare platen gaat en die is gespannen in een stofvrije plutonium kast, die draad. Daar gaan honderd uw kostbare platen in. Het eigen plaatgewicht van uw kostbare platen is dan namelijk gegarandeerd zelfkorrigerend verdeeld. Heb ik besteld op de Firato. Daar hadden ze nog veel meer voor mijn uw kostbare platen maar ik dacht laat ik het niet te gek maken.
| |
De bekende nederlander
- Inderdaad, het is rampzalig. Volgens een recentelijke schatting, maar er komen er zoals u weet steeds meer bij, soms wel twee per maand, telden wij, maar dat blijft dus globaliter, tussen de honderdvijftig en tweehonderd Bekende Nederlanders in Nederland. Dat is een abnormaliter hoog gemiddelde, europater gezien. Wellicht ter vergelijking dat ik u dit mag aanbieden: België kent slechts drieëntwintig Bekende Belgen en heel IJsland, maar dat voorbeeld is extremiter, kan op niet meer dan twee Bekende IJslanders bogen. Dan moet ik verder aantekenen dat met namiter die lage scoring van drieëntwintig Bekende Belgen in heel België wordt beïnvloed door de
| |
| |
negentig Bekende Nederlanders die naast Bekende Nederlander in Nederland ook Bekende Nederlander in België zijn. Zeventig procent van de spontaniter door ons ondervraagde Onbekende Nederlanders zou best, gragiter zelfs, een Bekende Nederlander willen zijn, maar het grappige is dat de omgekeerde figuur niét voorkomt: wij hebben alle Bekende Nederlanders die vraag gesteld, maar geen van hen zou liever een Onbekende Nederlander zijn. Bovendieniter kregen wij sterk de indruk dat de Bekende Nederlander niet als zodanig wordt geboren, maar dat hij gemaakt wordt. De Bekende Nederlander wordt van Onbekende Nederlander tot Bekende Nederlander gemaakt door de Media (Mies, Willem, Ischa, Sonja, Viva, Showpagina, Panorama) en als hij dan eenmaal is gemaakt tot Bekende Nederlander, en dat is heel grappig, dan máákt hij hetzij zij het daar verder ook naar. Dan gaat hij zich gedragen zoals tachtig procent der Onbekende Nederlanders vindt dat de Bekende Nederlander zich moet manifesteren. Dat is hoofdzakelijk normaliter (zelf afwassen, liefst trui en broek, eigenhandig eitje bakken, best borreltje lusten) maar toch ook leukiter (panellid, malle hoofddeksels, openbaar potverdorie zeggen) en vooral humaniter (begaan met armoede, diepe uitspraak in kerstbijlage dagbladen, zelf zwerfkat adopteren). Nee, wij vonden geen eclantiter verschil in intelligentie tussen de Onbekende en de Bekende Nederlander, maar het is wel zo dat het gedrag van de zich populariter als Bekende Nederlander gedragende Bekende Nederlander steeds infantieliter trekken gaat vertonen. Dat is gewoon aanwijsbariter.
| |
Krankjorum toeval
- Van de week was het echt weer even om bang van te worden. Ik sta op, ik sla de Volkskrant open (wat overigens een jurk van een krant is geworden) en ik lees in een flits iets van ‘band verbroken’. Tussen wie en wat weet ik niet meer, het verband ben ik kwijt, maar het eerste woord wat me die dag bewust werd was ‘band’. En ik wil wegrijden en ik heb dus een lekke band. Dat was één. Ik gooi de reservejongen d'r op, ik rij weg en ik zie tot aan Amsterdam zeker tíen uitgesproken dikke mannen lopen en of fietsen. Niet alleen maar groot of korpulent, nee, echt dik. Ik neem in de Tunnel de rechterbaan (wat ik nóóit doe) en wat zit er met gebogen beentjes op het dak van de eerste de beste wagen die me links passeert? Een Michelinmannetje. Ik kom op de zaak, blijkt Verdonschot een zoon te hebben gekregen. Ik kondoleer hem, ik vraag hoe het kind heet (wat ik nóóit doe) en de naam blijkt Michel. En tussen de middag (wat ik nóóit doe) gaan Verdonschot en ik even biljarten om het te vieren en hij vraagt (wat hij nóóit doet) ‘zullen we driebanden?’ Dat partijtje loopt uit, ik blijf in de stad eten en (wat ik nóóit doe) 's avonds spring ik uit de band! -
| |
Voor onze heel kleintjes
- En hoe heette dat regendruppeltje ook alweer, weten jullie dat nog, dat regendruppeltje van onze vorige uitzending? Nee?
Ja hè: dat was Druppeltjedrippeltjedrop. En wat wou Druppeltjedrippeltjedrop ook alweer niet?
Druppeltjedrippeltjedrop wou niet naar beneden vallen, dat wou die niet. En hoe zijn vader, dat was Spetterdespatterdesputter weten jullie nog wel? En hoe zijn moeder, dat was dus Plonsplikkeplensje, ook tegen Druppeltjedrippeltjedrop zeiden van: kom Druppeltjedrippeltjedrop, je bent nou een echte grote regendruppel, nu moet je echt eens een keer helemaal zelf alleen naar beneden gaan vallen - Druppeltjedrippeltjedrop durfde niet. En op een regenachtige morgen keek Druppeltjedrippeltjedrop naar beneden en wie zag hij daar lopen? Konijntje Donsdoedelijntje. En Druppeltjedrippeltjedrop dacht: als ik me nú naar beneden laat vallen dan val ik vast wel zacht op het puntje van het neusje van Donsdoedelijntje. En Druppeltjedrippeltjedrop viel met een vaartje...boven op Donsdoedelijntje zijn staartje. Dat het had een aardje. Hoor maar: dat speelt meneer Frans nu op de piano. -
| |
Zij aan zij
- God wat een mooie bloes.
Waar heb jij die vandaan?
- Die hing bij Puck en Pierre.
- Wat zeg je nou: bij Puck en Pierre?
Dat die twee nog bestaan!
- Ze hebben er een zaakje bij.
Schijnt echt heel goed te gaan.
- Vind jij nog wel eens iets bij
- Bij Flip en Bea? Niets. Oh nee. Ja:
toch. Maar enkel dus katoen.
Flips linnen dingen lijken leuk
maar denk eraan: nooit doen.
- Waar ook de laatste tijd
dat is bij Frans en Gerda -
dat straatje naast de Lange.
- Frans en Gerda ja. Heel soms.
Maar enkel kleine maatjes.
En wat ik altijd heb met hun:
ze scheuren op de naadjes.
- Waar ik de laatste tijd wel kom,
daar hangen goeie rokken,
dat is bij eh kom wat dom,
- En tweedehandse dingen?
- Nog steeds bij Bob en Inge.
Maar verder is er weinig nieuws
Waar komt trouwens jouw bróek vandaan?
- Gewoon. Van Sam en Moos.
| |
Onze honden
Honden zijn op hun mensenvriendelijkst wanneer het uitlatende baasje een veertienjarig meisje is dat net heeft ontdekt hoe ze zich dank zij de losse honderiem gemotiveerd over straat kan bewegen in het uurtje voor zonsondergang wanneer zestienjarige jongens gespannen over hun stilstaande brommers hangen te wachten op de dertien-, veertien- en vijftienjarige dingen die komen gaan. |
|