Ariaen van Uytrecht.
Schilder van Antwerpen gheboren Anno 1599. Ende ghestorven Anno 1651.
OM dat Adriaen van Uytrecht was een Schilder seer vermaert door de natuerelijcke Const die hy wist uyt te wercken in vruchten, soo levende als doode Beesten, ende besonder: Indiaense Vogels en ander Pluymghediert. Soo heeft de faem hem oock willen ghenoeght hebben onder het ghetal der onsterffelijcke Geesten, want sijn wercken meest te sien sijn by de grootste Monarchen vande wereldt. Uyt dien dat hy Vranckrijck, Provensen, Italien, Duydtslandt, ende meer ander deelen des wereldts ghesien en door-reyst heeft daer hy al menighe vruchten van sijn pinceel tot een eeuwighe ghedachtenis, ende tot roem van sijnen Naem heeft achter-ghelaten, waer in te sien is, hoe goedertierentlijck den natuer hem moet gehandtreyckt hebben, die door de lichamelijcke schoonheyt, ende uytterste bevallijckheyt in sijn Const af te belden in groot aensien, ende weerde by den groote Vorsten gheweest is. Waerom werdt den grooten Schilder Apelles anders op-ghetrocken by Alexander den Grooten als om dese Const, waerom werdt den Thebeschen Arristides in weerden ghehouden, ende van Mirason Coninck van Elatea bemindt als om dese Const. Waerom werdt Ian van Eyck vanden Graef Philips van Charlois verheven als om dese Const. Waerom heeft Carolus Quintus Albert Duret de grootste eer bewesen als om dese Const. Hans Holbeen heeft om sijn Const het uyterste weldaet ontfanghen van Henrick den Achtste Coninck van Engelandt, eenen uytghemunten Schilder by Naeme Geeraert Dou placht Jaerelijckx te trecken vanden Agent van Sweden duysent guldens, om maer alleen te hebben het eerste ghesicht van sijn Conste die hy met de Edele vry Pinceel ten voorschijn bracht, ende meer vremde weldaden hebben verscheyde Const-minnende Schilders van veel Monarchen des werelts ontfanghen. Ghelijck oock onsen Voorschreven Adriaen van Uytrecht groot gheluck heeft ghevonden by den coninck van Spanien en andere Heeren alleen om sijn cloecke handelinghe inde eel Pinceel.
Hy heeft door sijne Const in beesten en in vrucht
Bewesen sijnen aert tot menich gheests ghenucht,
Want waer dat al sijn werck by jemandt heeft ghebleken
Is by de handelingh van Snyers vergheleken:
In Duydtslandt vintmen vele van sijn Const-rijcke handt
Van groote cracht en prijs, gheschildert met verstant.