| |
| |
| |
Hoofdstuk XXXI
Anno 1765
[8 Mei]
DIT jaar begint al heel sober. In de maand Januari wordt niets vermeld en in Februari alleen de gewone jaarlijksche verkiezing van burgemeesteren en schepenen. In Maart en April weer geen enkel bericht. Blijkbaar heeft onze dagboekschrijver, die ook al een dagje ouder is geworden, het met de podagra te kwaad. Eindelijk, op 8 Mei, vernemen we, dat de kastelein uit de Nieuwe Stadsherberg is overleden en op 11 Mei dat er justitie is gedaan en twee sodomieten gewurgd zijn en in zee gesmeten en een jood om huisbraak en dieverij gehangen is.
| |
[12 Mei]
Van nu af aan wordt het dagboek weer geregeld bijgehouden. Zeker omdat zijn neefje Joan Raye als ‘edelman’ aan het gezantschap verbonden is, wordt op 12 Mei een berichtje uit de courant opgeteekend, waarin gemeld wordt, dat de hofmeester van den Ambassadeur Dedel op den Donau over boord is gevallen en verdronken.
| |
[24 Mei]
‘24 Mey is de Heer Antony Goetval oudt bij de 80 jaaren, overleeden; hij was voor dese veele jaaren Impostmeester van 's Lands Gemeene middelen geweest, sijnde sijn Huys met veele fraaye meubelen in 't jaar 1748 meede geplundert, niettegenstaande hij bij een ider seer bemint was, omdat hij alles ongeinteresseert op een seer honnette wyse tracteerde’.
| |
[22 Juni]
Hoog bezoek aan de stad. Op den 22sten Juni is de hertog van York (B.R. schrijft ‘Jork’), broeder van den koning van Engeland, hier gearriveerd. Nadat hij bij den heer Fiskaal Boreel - die schijnt het voorrecht gehad te hebben alle vorstelijke personen aan zijn disch te zien - had gegeten, was de hertog 's avonds met een groot gezelschap
| |
| |
eens een kijkje in de speelhuizen gaan nemen. Den volgenden dag werd bij den admiraal Schrijver gedineerd en 's middags was Zijne Hoogheid uit zeilen gegaan naar Sardam. Op het IJ was het toen een vroolijk gezicht. Alle schepen, die op stroom lagen, waren gepavoiseerd en tal van jachten, boeiers en andere kleine vaartuigen eveneens. 's Avonds hoorde het Engelsche gezelschap in de Hoogduitsche Jodenkerk door de zeven voorname zangers den 45sten Psalm zingen en werden de boeken van Mozes met ‘alle desselfs siraden’ aan den hertog getoond en werd voor hem partikulier gebeden.
Den volgenden dag werd een bezoek gebracht bij een kunsthandelaar, waar de hertog wel voor 6000 gulden aan rariteiten kocht en 'smiddags om 12 uur waren de Engelschen met koetsen met vier paarden naar Loenen vertrokken en vandaar met het prinsenjacht naar Utrecht, om naar het Loo te gaan, waar het stadhouderlijk gezin destijds vertoefde. De broeder van den koning van Engeland had gedurende zijn verblijf te Amsterdam gelogeerd bij Monsr. E. Tibout in de ‘Eerste Liesveltse Bijbel’, het bekende logement in de Warmoesstraat.
| |
[23 Juni]
Mr. Daniel de Dieu, de algemeen beminde burgemeester, die op den Singel, bij de Gasthuismolensteeg, in 't ‘huis van Oetgens’ (thans no. 284) woonde, was op 23 Juni op 69 jarigen leeftijd overleden, ‘wordende om zijn extra goede hoedanigheden en vriendelijkhyt van duysenden mensen en wel principaal van zijn familie, die daar zeer important veel aan verliesen, betreurt’.
| |
[13 Juli]
Alweer een vorstelijk bezoek, ditmaal echter maar heel kort. Op 13 Juli waren de Prins en de Prinses van Nassau Weilburg hier in de stad geweest. De soldaten stonden aan de poort en op den Dam in 't geweer en H. Hoogheden werden door de Heeren van de Regeering 's morgens op het stadhuis op een prachtig ontbijt geregaleerd, waarna ze de reis voortzetten.
Jacob is eenige weken uit de stad geweest. Hij heeft buiten Weesp op 't huis te Kapelle, aan de Nieuwesluis op Sluysna, en te Maarsen op Leeuwenvegt gelogeerd.
In dien tusschentijd zijn er op den Nieuwendijk een kruier en een
| |
| |
kind ‘rasend dol’ gestorven, door den beet van een dollen hond. Op last van de Regeering was al het beddegoed, huisraad enz. getaxeerd en de waarde vergoed, waarna alles bij Zeeburg werd verbrand. Verder is overleden de heer Pieter de la Marre, overman van het goud- en zilversmidsgilde ‘sijnde geweest een groot orateur en welspreekent man, die sijn verstant en ondervindingen van veel saaken hat, ook een goet en kunstig werkman in sijn saaken’.
| |
[6 September]
‘Op 6 Sept. heeft eene De Wilde, sijnde geweest een groot pampierfactoor, een seer schelmachtig bankroet gemaakt’.
| |
[11 November]
Op 11 November overleed de Heer Willem van Loon, ‘een extra ordinair teer mens, die genoegsaam niets at, (niettemin werd hij 70 jaar) en een seer vriendelijk, liefdragent en welmeenent mannetje was’. Met zijn zuster, mevrouw Alewijn, woonde deze op de hofstede ‘Leewenvegt’ te Maarsen.
| |
[2 December]
Op 2 December was de huisvrouw van den Heer Procureur Jan van Stamhorst op zeer subiete wijze overleden. Haar Edl. was met gezelschap, gezond en frisch naar den schouwburg gegaan, kreeg daar zittende om 5 uur een overval ‘door kouw, so gesustineert word’, werd uit de loge in de regentenkamer bij het vuur gebracht en raakte wat aan het overgeven. Omdat de toestand hoe langer hoe erger werd en doodelijke teekenen zich openbaarden, werd zij in een slee voort naar huis gebracht en alles aangewend, maar 't hielp niets want reeds om zes uur gaf zij den geest.
Het was een ‘seer figilante’ en op 't oog zeer gezonde en vroolijke vrouw van een groote veertig jaar oud en altoos zeer prachtig gekleed.
|
|