Het zaad(1944)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] De appels Zal een sneeuwwit omringend U verblinden en ligt gij luistrend in verzadigdheid diep in het hart der vriendelijk-gezinde goudgloeiers van September saamgevleid; Of moest gij lang in de doorgeurde spinde 't geduld doorduren van den zeur'gen tijd, waar wang aan wang met het zooveel bevrinde gij U, eenzelvig, duistrend hebt bevrijd; Straks rolt weer d'aanvang tusschen slijk en regen, waar het geweld U rauw zal ondervegen. En Uw voleindiging schijnt waardeloos. Maar wat in peinzende aandacht heeft gezwegen en zich in ootmoed diep heeft neergenegen zwiert eens weer op in de verrukte roos. Vorige Volgende