Het zaad(1944)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] De druiven Van het doorglansd smaragdgroen ingebed ligt het te slapen voor het tintlend later; als het in 't bloed, vertreden en verplet weer stralen zal in d'oogen van den sater. Nog stil en warm in een doorschijnend water langs het bekoesterde gelint, maar met den fellen geest tot fonk'ling en geschater volgt het der ranken wagend wilden tred. Veelvuldig kernpunt, tamper nog omgeven van wellend sap en hangend in den tros der overdadigheid! volschoon onstuimig leven, ten berstens toe tot onzen mond gedreven, eerst van uw steun en zwerfsche weelde los wordt gij weer groot en grenzenloos verheven. Vorige Volgende