Uit de wijdte(1943)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Het huis met den eenhoorn Er staat een eenhoorn uitgebeiteld in den vervallen steen die de kapel omsloot. Een heilge jonkvrouw, rustend aan een linde, zoo zegt de sage, ving hem in haar schoot. Sinds vliedt hij ijlings op de Noorderwinden rustloos de booze wereld in en stoot waar hij d'onkuischheid en het kwaad zal vinden hen met zijn recht-gevelden hoorn dood. Hoe komt gij hoog over de heuvlen ijlen, jong ideaal! o edel hart vol vuur. En stort u blindlings in de duizend pijlen en breekt uw driften op den bitsen muur. Gij wordt legende en de tijd bijwijlen laat u een borstbeeld en verweerd schriftuur. Vorige Volgende