Uit de wijdte(1943)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Hangend vischnet Voor d'ouden muur aan wat verroestte haken, verstrikt van wier, verslagen van 't geweld, hangt 't druipend vischnet in de zon te blaken gelijk een doode wingert uitgesteld. Opdat het licht het weder vaardig make na 't werd àldurend door den stroom bekneld en weer de vleuglen van den wind het raken het ruste een wijle, vòòr de zee weer zwelt. Gij hebt ter vangst mij in een grondeloos zweven diep uitgespannen, dat de golf mij sla. Maar uit het ruischen tijdlijk uitgeheven, schoon nog de treurnis sleept mij duister na - Moog nu Uw geest bezielend mij doorbeven, eer 'k in dit laag krioelen onderga. Vorige Volgende