Uit de wijdte(1943)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Bloeiende cactus Zooals het maanlicht, even blank en teeder is zij vannacht in bloeien opgegaan. Nu hangt haar kelk als een gebogen veder bleek en bevreesd 't onweezlijk leven aan. Dan neigt haar kroon na enkle uren neder, te zwaar van hart om naar het licht te staan. En haar vermoeide lippen sluiten weder om de verkondiging die zij heeft gedaan. Het wereldsch blijft en zwelt en staat te wapen, maar wat uit licht zich naar het licht opstort is voor de honing neerdropt al ontslapen. De geest blijft schijnen, maar 't genie leeft kort. De schepping zelf is schooner dan 't geschapen. Het woord is schoon zoolang 't gezongen wordt. Vorige Volgende