De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] XIV. Bedenk mijn hart, dat hier op deze aarde, waar wij verblijven kort, als op een feest, uw nood zoo klein is en zoo veeg van waarde bij al wat komt aan leed en is geweest. Bedenk, mijn hart, dat, als ik brandend staarde in d' eigen pijn, opstandig en bevreesd, dat men die wanhoop, even onverklaarde, in duizend oogen als een weerschijn leest. Dat is geen troost, ik weet het, maar een wenken om 't eigen deel te dieper te overdenken, opdat wij opstaan uit ons schemerdal. En door de krachten die wij dàn verwerven, zacht aan ons zelve, in den glimlach sterven, van rust, die allen eens omhelzen zal. Vorige Volgende