De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] XIII. Wij dichters zijn voor dit alleen geboren, dat wij d' illusie, die tot asch verkoelt, àan zullen blazen, en het uitgewoeld vuur weer versterken, dat wij zelf verloren. Dat wij van morgen tot aan avondgloren in anders liefde, die is weggespoeld, in anders hart, dat al den dood voorvoelt, de teed're stem van diep geduld doen hooren. Ons is de wilskracht, die een ander schoort. Ons is de steun, van die door ons vertrouwen. Ons is de drift, waarmee zij treden voort in 't nieuwe licht, dat wijd zich gaat ontvouwen. Ons is het leven door de eigen moord. De glimlach enkel en het mild beschouwen. Vorige Volgende