De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 54] [p. 54] V. Gij hebt mij heel uw leven toevertrouwd. Volkomen hebt gij U aan mij gegeven. Gij hebt weemoedig achter U geschouwd naar de rivier, waarop de bloemen dreven. Gij hebt geleefd en beelden opgebouwd. Gij dooldet afwaarts en gij gingt mij neven. Gij hebt de zeilen van uw droom ontvouwd en zijt gestrand en bij het wrak gebleven. Vergeef, vergeef mij, dat ik, ingekeerd, naast u gegaan ben, met gesloten oogen. Vergeef mijn liefde, die slechts heeft begeerd de èigen vreugd en 't èigen mededoogen.... en alle zelfzucht, die U heeft onteerd.... Vergeef mijn liefde, waar die was gelogen. Vorige Volgende