De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 53] [p. 53] IV. Wie zelve nog zijn liefde kan bewaren als een bezit, dat geen vertwijf'ling schendt, Ach.... deze kan nog door zijn tranen staren naar een verschiet, dat in den hemel endt. Die kan het leven zelfs nog tegenvaren met zingend hart, in bitterste ellend. Die kan verlangen nog en zich verklaren, waartoe hij lijdt en recht is heengewend. Maar die verloren en die niet meer weenden, die langzaam stiller werden en versteenden, om wie de rust rijst als een leeg heelal.... Hun is geen troost meer over van te lijden. Hen zal de tijd slechts blindelings geleiden waar alles sterft.... of herbeginnen zal? Vorige Volgende