De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] V. De bergen, zegt gij, zijn getuige van onze kracht, die overwint. Met sterke toppen en hun ruige gebruis van sparren in den wind. ‘De bergen zullen vrede dragen’ Zoo zingt gij, blij van zekerheid. En uwe lieve handen vagen het floers weg mijner eenzaamheid. Dan wandelen wij enk'le dagen weer over bergen, hoog en smal. Ik antwoord op uw lichte vragen. De zon schijnt blinkende in het dal. Maar wat uw liefde mij wil dragen, mijn eenzaamheid is overal. [pagina 33] [p. 33] Vorige Volgende