De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 30] [p. 30] IV. Diep in de schaduw der gordijnen, in d'eenzaamheid der vensternis, hier, tusschen lamp en sterrenschijnen, een kleine wijk van duisternis. Aan twee gebieden ben ik verre. Hier neven mij muziekgeschal. En ginds het fonkelen der sterren met weerschijn in het diepe dal. Kon ik mij aan uw weelde geven vergetelheid, die naast mij is, of als de sneeuw zijn weggedreven waar Godes rust en luister is.... Maar tusschen beiden waakt mijn leven, in deze halve duisternis. Vorige Volgende