De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Sporen door de sneeuw I. De lichte voeten gaan weerspiegeld op gladden vloer in dans voorbij. De jazz dreunt en de wijze wiegelt als een ziek hoofd in mijmerij. De samen-spraak van twee fagotten, als wanhoop tusschen U en mij, spreekt angstig op in 't voetenspotten en valt uitéén terwederzij. Schuif dit gordijn van 't venster even. De sneeuw zinkt dansende in 't dal. De witte bergen zijn verweven. En hier zijn wìj in dit heelal: een deel verward, onnoozel leven, maar overzonken door kristal. Vorige Volgende