De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] De Havik Als de zigzag van een zonneschicht langs het ijs vliegt in het hooge licht, schiet de havik in gewisse lijnen langs de held're hemelbaldakijnen. Tot hij plotseling den snellen neerval stilt, als een speer, die in het doelwit stokt en trilt.... Als het vonkend lemmet van een zeis bij het kanteltillen telkenreis; als een lichtgod, met bedreigend tillen, staat zijn flikkerende spies te drillen, zijn zijn zilverwieken sidd'rend in balans, boven d'effenheid der strakgespannen trans.... Zie hem schitt'ren.... schitt'ren.... fel en kort, voor hij bliksemend voorover stort, in één bevend en niet meer na deze overgankelijk aanwezig wezen. Zie hem leven in het oogwenk dat nog is, even stralend vleugelwankel als gewis.... [pagina 26] [p. 26] Als de zending van een hoog bevel, vlamt het neder en het roept vaarwel. Als het leven flitsend is getogen door een venster, dat is toegevlogen, daalt de havik, roept de godheid mij en U, door dat koninkrijk der heem'len, dat is nu.... Vorige Volgende