De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Verstuivende akker De helling-akker ligt gegrepen naakt, in den wind. Hij gaat met zijne zanden sleepen ijl en ontzind! De aarde vlucht in nevelstrepen. Voor dagen kwam het zaad gestreken op stille aard. Nog voor de zon is het geweken in wilde vaart. Op and're landen zal het breken. De aarde vliegt in zich verloren flarde na flard! De wind drukt met zijn scherpe sporen haar teeder hart De ijd'le halm wordt woest geboren. Voor de bestormde hooge ramen, waaraan ik werk, Storten de winden zand tezamen razend en sterk. Verdoemend wat zij medenamen. O woord uit deze onrust zwaaien! Verdoemd is 't lied! De zachte liefde die wij zaaien om niet! om niet! De landen onder ons verwaaien. Vorige Volgende