Kwalen in het hoofd
Inleiding: de hersenen
De hersenen zijn wit en zacht: wit omdat ze uit zaad zijn ontstaan, zacht om alles te kunnen bevatten. Hiermee hangt samen dat de hersenen koud en vochtig zijn. Dat is nodig om de animale dampen oftewel zielegeesten, die zeer fijn zijn en de werking van de zintuigen bevorderen, niet meteen te laten vervliegen of ontsteken. Een ontsteking ontstaat al gauw bij brandende koortsen: door de hitte raken de zinnen in de war en men begint te raaskallen. De vochtige kou van de hersenen dient verder om ongestoord te kunnen slapen en zo de zielskracht tot rust te laten komen.
De taak van de hersenen is niet het hart te verkoelen, zoals Aristoteles meent, maar de werking van de zintuigen en de voornaamste lichaamskrachten te ondersteunen en ook de zielegeesten te maken, zoals Galenus leert. De hersenen zijn woning en werktuig van de rede, de inbeelding en het geheugen. De werking van ons brein kan bemoeilijkt worden door hevige verwarring, melancholie en zwaarmoedigheid en zelfs geheel verhinderd door verdwazing, waanzinnigheid, geheugenstoornissen en slaapzucht of coma. In de hersengroeven en in de wegen waarlangs de zielegeesten zich door het lichaam verspreiden, komen de volgende gebreken voor: duizelingen, vallende ziekte, nachtmerries, beroertes, verlamming, krampen, spasmen, bevingen en zinkingen, ontstekingen door te veel slijm. Een aantal ervan zal ik hier bespreken.