Vallende ziekte
Vallende ziekte is een verkramping van het lichaam: opeens valt iemand neer, trekkend met zijn ledematen, terwijl hij zien, horen, noch denken kan. De patiënt raakt buiten kennis. Fernelius en Gorreus menen dat hij urine, ontlasting en zaad laat lopen door spierverslapping. Platerus wijt dit aan het inhouden van de adem en het schudden van het lichaam, waardoor ook het slijm van de hersenen geraakt wordt en als schuim uit de mond komt.
De aandoening wordt veroorzaakt door een kwade damp of vochtigheid die het hersenvlies prikkelt. Gevoelige hersenen, bij voorbeeld van mensen met een scherp verstand, worden er veel door gekweld, zoals te lezen valt over koning Cambyses bij Herodotus, over Caesar bij Suetonius en bij moderne schrijvers over de profeet Mohammed. Het vocht wordt zo kwaadaardig scherp door voedsel als mussen, aal, paling, peterselie, juffrouwmerk en look en door geitevlees en het slapen op geitevellen - omdat de geiten zelf vaak aan vallende ziekte lijden, zoals Hippocrates zegt. Bij ons heeft Gerard Vossius hier voortreffelijk over geschreven. Verder kunnen stank, droefheid, vasten en schrik tot vallende ziekte leiden.
De kwaal is zeer gevaarlijk en soms is verlamming het gevolg, al zegt Fernelius dat nooit gezien te hebben, in tegenstelling tot Galenus en Avicenna. Vallende ziekte is bij jonge