lopen allerlei banden, pezen en zenuwen en bovendien kan men zo'n plaats moeilijk zwachtelen en is de natuurlijke warmte er laag omdat er niet veel bloed komt. Men moet altijd proberen de breuk direct te behandelen omdat de botten dan het best aan elkaar groeien en er nog geen ontstekingen zijn. Wacht men langer dan zeven dagen dan loopt het bot gevaar af te sterven en bij bijkomende verwondingen gebeurt dat zelfs nog eerder. Koudvuur ligt hier op de loer. Alleen in het geval van ontstekingen of wonden, moeten die eerst, en wel zo snel mogelijk, genezen worden.
Voor de genezing is niet alleen de kunst van de arts, maar ook de leeftijd en conditie van de patiënt, het jaargetijde en de weersgesteldheid van belang. Om het bot te zetten, moet het lichaamsdeel eerst uitgerekt worden: alleen dan kunnen de delen weer op de juiste plaats terechtkomen. Of men in z'n eentje of met meer mensen rekt, is afhankelijk van de breuk; men kan ook allerlei werktuigen gebruiken, die door Paré in zijn boek beschreven zijn. Men moet wel opletten de patiënt zo min mogelijk pijn te doen. Na het zetten zwachtelt men de breuk in, maar eerst legt men er gewoonlijk middeltjes op om het toevloeien van vocht en ontstekingen te voorkomen en om de groei van de botten te bevorderen. Het zwachtelen moet niet te los en niet te strak gebeuren; vaak gebruikt men ook nog kompressen. Verder moet men het lichaamsdeel spalken om de breuk vast en recht te houden en ten slotte moet het, iets omhoog, in een kastje met stro gelegd worden. Het verband moet men van tijd tot tijd verwisselen. Intussen kan men, afhankelijk van de gesteldheid van de zieke, aderlaten of afdrijven.
Veel auteurs bevelen met klem aan taai voedsel te eten, zoals hoofden, darmen en poten van dieren. Dit helpt de breuk echter niet helen, maar leidt tot grove en slijmerige chijl die in de lever en de aderen verstopping veroorzaakt en het bloed bederft. Hildanus vertelt over een man die door zulke kost waterzucht kreeg en daaraan stierf. Ik zou aanbevelen in het bier van