brengen. Zo worden zweetmiddelen of afdrijvers of opwekkers van menstruatie nogal eens gemengd met purgatoren. Dat gaat niet alleen tegen de leer van de oude geneesmeesters in, maar ook tegen het gezonde verstand: de genoemde medicamenten gaan elk hun eigen weg en moeten elkaar daarom wel hinderen als ze vermengd worden.
Aan de hand van de drie verschillende kenmerken of eigenschappen van de enkelvoudige geneesmiddelen worden ze in drie soorten verdeeld. Het eerste kenmerk betreft de balans van de elementen en het geneesmiddel wordt als heet, koud, vochtig of droog gekenschetst naar het element dat de boventoon voert. Echter, niet alles is bij voorbeeld even heet en daarom heeft men vier verschillende graden ingesteld. In de eerste graad werkt iets nog niet zo duidelijk, in de tweede al wat sterker, in de derde flink en in de vierde op z'n sterkst.
Het tweede kenmerk komt voort uit de materie van het middel gecombineerd met de kracht van de eerste eigenschap, de balans tussen de elementen. Sommige stoffen zijn dun en verspreiden zich gemakkelijk in het lichaam; andere zijn dik en taai, blijven onderweg hangen en dringen niet al te diep in de lichaamssappen door; de middelmatige soort houdt het midden tussen dun en dik. In combinatie met de eerste eigenschap levert dat het volgende op: hitte en droogte vermeerderen de kracht en de snelheid van een middel, kou en vocht vertragen hen. De tweede eigenschap van geneesmiddelen is dan uiteindelijk verdunnend, verdikkend, zuiverend, pleisterend, ruw- of gladmakend, openend, sluitend, trekkend, verdrijvend, wegstotend, verzachtend, verhardend, rijpend, verrottend, helend, vleesmakend, invretend, vliesvormend of brandend.
Een enkel voorbeeld. Peterselie is dun van stof en heet in de derde graad, opent van binnen de kleine wegen van het lichaam, verdrijft de dunne vochten en zet zo aan tot urineren en zweten. Ze verdunt de dikke vochten en op de huid gelegd opent ze die en trekt zo dampen en vochten uit het lichaam.