Aambeien
Onder de plagen en ziekten waarmee God de mensen straft, is de pijnlijke aandoening die we speen, aambeien, taken of vijgepuisten noemen. Uit de bijbel blijkt dat de Filistijnen toen ze de ark Gods meegenomen hadden, vreselijk door aambeien gekweld werden (1 Samuël 5). Dit gebrek is niets anders dan een grote en smartelijke spanning van de speenaderen, waar dik en grof bloed blijft steken zodat de adertjes van de endeldarm uitgerekt worden. De kwaal kan inwendig zijn of als een vijg of bei buiten tegen het lichaam aan hangen. Soms blijft deze vijg gesloten, soms bloedt ze.
De inwendige oorzaak van aambeien is grof en zwaar bloed, dat het lichaam probeert kwijt te raken. Uitwendig kunnen ze ontstaan door flink persen, zoals ik dikwijls bij vrouwen in de kraam gezien heb en dan kunnen ze wel het formaat van twee of drie hoendereieren hebben. Ook scherpe laxeermiddelen als aloë of kwintappels kunnen tot aambeien leiden: ze drijven met geweld de scherpe en bijtende vochten af en openen met kracht de aderen.
Bij personen die van nature grof bloed hebben, zijn bloedende aambeien niet gevaarlijk omdat het lichaam zich slechts ontlast. Zo voorkomen of genezen ze waterzucht, melancholie, miltzucht en vele andere ziekten die uit zwart en grof bloed ontstaan. Ik heb iemand gekend vol donker bloed en van zwaarmoedige natuur: hij bloedde elke maand op dezelfde tijd en is zonder andere kwalen oud geworden. Sennert schrijft iets dergelijks over een vrouw. Omdat aambeien grof bloed naar zich toe trekken, hebben ze bovendien het voordeel dat ze de menstruatie gemakkelijker laten komen.