Keelontsteking en amandelen
Keel en amandelen slikken voortdurend en hebben daarvoor vocht nodig, maar soms worden ze te nat en gaan ze zwellen. Meestal komt hier dan een ontsteking bij, die lelijke zweren op kan leveren. Ontstoken keel en amandelen kan men herkennen aan de rode kleur in de mond. Daar komen branderigheid, meer dorst, kortademigheid en vaak koorts bij.
Als de zwelling net begint, helpt gorgelwater van weegbreesap en siroop van gedroogde rozen. Bij branderigheid en ontsteking moet men aderlaten. Als dat niet helpt en de zaak gaat zweren, moet men gorgelen met zoete melk waarin vijgen gekookt zijn en buiten op de keel een papje leggen van wittebroodkruim, geweekt in zoete melk en vermengd met ongezouten boter en een beetje saffraan. Door sterker gorgelwater van bertramwortels, hysop, tijm, marjolein en wit mosterdzaad, gekookt in mede, kan vervolgens het gezwel doorbreken. Als dat niet gebeurt, mag men met een lancet een opening maken en dan met mede zuiverend gorgelen, daarna met weegbreesap totdat de wond zich sluit. Verharde amandelen kan men verzachten met gorgelwater van heemstwortels, witte lelies, malve, glaskruid, violen, lijnzaad, vijgen en kamille. De patiënt moet oppassen voor alle hitte, ook van de zon, voor al wat scherp is in de voeding en voor te veel lichamelijke inspanning en opwinding.