Johan Michel Dautzenberg 1808-1869

[p. 223]

Aen Chloe.

Voor my vlugt gy nog steeds, Chloë gelyk de ree,
Zoekend heure versaegd wachtende moeder in

Ondoorganklijke bergen

Angstvol huivrend voor blad en wind.

Want als nadrend de lent' wekt een gefluister in 't
Zacht zich reppende bosch, of als de hagedis,

Groen van kleur door den braemstruik

Sluipt, dan beeft haer hert en knie.

Immers volg ik u niet wreed als een tyger, wreed
Als Gaetulia's leeuw, die u verscheuren wil.

Laet toch eindelijk de moeder,

Daer gy ryp voor de mannen zvt.

Br. 2, p. 358, (1847).