Johan Michel Dautzenberg 1808-1869(1935)–A.-E. van Beughem– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 216] [p. 216] Junimaand De avond is koel, de lucht is rein, Gij kijkt tot in mijn gaardeken klein. Wat of in mijnen gaarde u lust? Der bloemen glans, des geloovers rust. De kamer is stil, ik ben alleen Gij kijkt tot in mijn harte heen. In mijnen harte wat ziet ge daar? Gij dekt het met uwen schijn voorwaar. En strekt dus over mijn levend leed Uw licht als een glanzend stervenskleed. Ibid. Vorige Volgende