De moeder is ziek
De moeder is ziek, mijn dierbaar kind,
En kan niet met u spelen,
De moeder is ziek, mijn dierbaar kind,
Ze zou anders met u spelen.
Ge zult wel vaak, meer dan vandaag
Naar uwe moeder smachten;
Is voor u de wereld vol bloemenvaag
Vol pijn, vol verdriet, vol klachten.
Dan rust ik al lang, ver van gedruis
En van wat pijn mij baarde,
Ik heb mijne plaats; ik heb mijn huis,
Het huis mijner moeder aarde.
Gij echter, ge zijt een vechter dan,
In donker en wereldlichten
Ik hoop ge vecht oprecht als man,
En laat u niet ontwrichten!
Doch zijt ge ontwricht en niemand kust
Gij moeder, hebt steeds mij afgekust
De tranen van mijnen oogen.
NT III, 1865, 1, p. 318 (Für Dich. Lieder von Ida von Düringsfeld).
F.J. Weber, 1865.