Johan Michel Dautzenberg 1808-1869(1935)–A.-E. van Beughem– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 204] [p. 204] Vreugde De vreugden, ze bloeijen en glansen, En lachend is gansch de natuer, We spelen, we juichen en dansen Op 't veld nu en dan in de schuer. Wy zwerven als vlytige byen, Om bloemen van zuivere min, Wy zuigen den honing, wy blyen, En laten het giftig er in. Wij kennen noch rouwe noch zorgen, Ons leven is donzig en zacht, We groeten het licht van den morgen, We groeten het donker der nacht. Ook kunnen we ons nimmer vervelen; We rusten ja, zyn we te moê; Ook zien by ons schertsen en spelen Ook de engels der hemelen toe. VI, St., 1849, p. 292. Vorige Volgende