Johan Michel Dautzenberg 1808-1869(1935)–A.-E. van Beughem– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 203] [p. 203] Avondgebed Eens heeft geluid een klokjen In 't midden van de nacht, Dat heeft een kind by maenschyn Uit zynen slaep gebracht. Het kind was heel verschrokken, Het klokjen riep: ‘Kom, kom!’, Het kind is opgesprongen, Het klokjen riep: ‘Kom, kom!’. 't Ging uit den huis en verder - ‘Wat dryft me, o God zoo sterk?’ Het kind heeft moeten loopen Tot voor de deur der kerk. Daar zwygt het klokjen eindlijk, En eene stem gebiedt: ‘Nu bidde, kind! du deedes Het gisteravond niet!’ VI, St., 1849, p. 279. Vorige Volgende