Garen.
Om de dikte en de fijnheid van de gesponnen garens te bepalen, heeft men 1 tot maatstaf genomen. Hoe hooger nummer des te fijner het garen. De fijnheid van de garens of het nummer wordt op twee verschillende wijzen onderzocht:
a) door te onderzoeken, hoeveel een bepaalde lengte weegt;
b) door vast-te-stellen, met welke lengte garen een aangenomen gewicht overeenstemt.
In onzen handel treft men drie nummeringen aan: de Belgische, de Engelsche en de Fransche.
Basis van die verschillende nummeringen:
Nr 1 B (B = Belgisch) bij 840 yard (= 768,07 m.) lengte, weegt 500 gram;
Nr 1 A (A = Engelsch) bij 840 yard (= 768 m.) lengte, weegt 453,592 gram;
Nr 1 (Fr. = Fransch) bij 1.000 meter lengte, weegt 1.000 gram.
Fijnspinnerijen leveren garennummers van Nr 50 tot Nr 150, die gebruikt worden als naai-, borduur- en kantwerkgaren, ook tot het weven van batist, neteldoek, enz.
Spinnerijen voor middennummers leveren de nummers 10 tot 40, veelal gevraagd tot het vervaardigen van breikatoen, het weven van grauw katoen, bedrukt katoen, voering, badhanddoeken, enz. De meeste van onze katoenspinnerijen vallen in deze kategorieën. Van 10A tot 36A het meest en enkele tot 40A. In de grofspinnerijen gaat men van Nr 0,5 tot Nr 10, gebruikt voor de fabrikatie van dweilen, meubeleeringsstoffen en moltonnen stoffen (d.i. met uitgetrokken haar).
Behalve voor hun nummer onderscheidt men dan nog: ketting-, halfketting-, inslag- en bonneteriegaren.