tot 90 maal fijner of dunner dan den ingelegden wikkelcylinder of laprol.
Uitrekbanken: Zes of meer linten worden hier tot één lint gebracht, door een gedurige verfijning en een onderling
Uitrekbank
A. Kannen met linten. - B. Lintleider. - Lepelvormige hefboom of ontklingingsstelsel. - D. Lintleider. - E. Vier paar rollen. - F. Trechter. - G. Kalanderrollen. - H. Schuinsch kanaal. - I. Draaiende pot.
evenwijdig leggen. Het eindlint, dat in den draaienden pot, l, neerkomt, heeft dezelfde zwaarte als een van de zes of meer kaardelinten.
Grove, middelbaar, fijne spilbank: Het katoen draait men thans licht ineen:
a) om beter opgewonden te kunnen worden;
b) om gedurige afbraak van de wieken bij verdere behandeling te voorkomen.
Het verdunde katoenlint heet men wiek of voorgaren, dat op bobijnen naar den spinmolen gaat.
Spinmolen: Op den spinmolen voert men de volgende bewerkingen uit:
Ringspinmolen