voorbijschieten, dat is alles. Het terrein is heuvelachtig.
Nou ja, dat is de hele Veluwe. Maar bij een bocht - die ze voelt - bemerkt ze plots een blauw ANWB-bord, aan de overkant van de weg. Haar ogen tranen, zo spant ze zich in om te lezen wat er opstaat, maar het zijn maar vier letters die in haar geheugen blijven hangen, de vier laatste letters van een plaatsnaam: ... roek. Op het cijfer daarachter heeft ze helemaal niet kunnen letten.
Mooi, nou heeft ze wat te doen tenminste, een opfrissertje van haar aardrijkskunde, een kruiswoordpuzzel in zakformaat. Plaats op de Veluwe, eindigend op ‘roek’? Ze haalt zich de kaart voor de geest. Er zijn er genoeg, maar die liggen ergens anders - en dan somt ze op: Bennebroek, Lutjebroek, Nijbroek. Ja, dat ligt in Gelderland, gelooft ze - maar ergens in de buurt van Apeldoorn en zó ver kunnen ze nog niet zijn.
‘Hoi,’ zegt ze dan - natuurlijk: Oldebroek, wat anders? Daar gaan ze dus heen? Jammer dat ze nu niet weet of ze er gauw zullen zijn, maar dat zal wel, het kan niet ver zijn van Nunspeet...
Ze merkt het, wanneer ze het plaatsje al doorrijden, haar oog tegen een deurkier geperst. Morgen heeft ze er beslist een ontsteking aan, zo tocht het, en Reinier zal vragen of ze heeft gevochten?
Nou en of, wat dacht hij dan? Met drie kerels, of is dat te veel? Eén hield ze in bedwang met haar linkerhand, één met haar rechter ... ja, wat moet ze dan met die derde? Nou, die heeft ze een schop gegeven, dat-ie in een greppel terechtkwam... vooruit maar! Als mams haar zo hoorde?
Maar toen kwam daar uit een schuur opeens nummer vier en die leverde haar dit koopje: het blauwe oog. Anders...?
Ja, fantaseren heeft Eefje altijd gekund, de prachtigste verhalen, opwindend en stoer.
Ze zijn inmiddels weer op de buitenweg gekomen en, als ze het goed heeft, van richting veranderd ook. Pal oost, rijden ze nu. Eens kijken, waar kom je dan uit? In Azië uiteindelijk, maar zo ver zal onze vriend het wel niet zoeken, dus...? En