De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 88] [p. 88] In het theeveld. Schei-Min. 'k Zie aan den horizon de silhouet Van d' eukalyptusboom. Vóo me, in het theeveld, Kweelt zoet der jonge vogels tierelier. Ik houd een theeblad koel tusschen mijn lippen En peins aan u, die maakt mijn hart zoo zwaar. Waar zijt gij nu? Toen ik het laatst u zag, Droegt ge op uw tengre schouderen de rijst Naar 't hutje van uw ouders; en het was Een schroeiend heete dag als deze en wit Als jade ware' uw zachte meisjeswangen. In 't lommer van een eukalyptusboom Rustte gij uit. Ik toog beschroomd voorbij, Mijn hart sloeg luid, toen 'k u zoo minlijk zag. Waar zijt gij nu? Gij weet niet dat ik leef. Gij hebt mij nooit gezien. In 't gouden hart Bewaart ge een ander aangebeden beeld, Waaraan gij denkt met tranen en verlangen. 'k Zie aan den horizon de silhouet Van d' eukalyptusboom. Zij maakt mij droef, zoo dat ik wel wou sterven. Vorige Volgende