De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Nacht. Tschan-Jo-Su. De vijver schuimt, geslagen door den wind. Dan rust hij stil weer in zijn oeverbed. De visschen huppelen, hun lijfjes blinken, Of lotosbloemen bloeiden in den nacht. De maan zwemt door de wolken, door de boomen Verheerlijkt, zilvren nachtrijp toovert om Den blanken dauw tot wonderbare paarlen, Die glanzen in den wonderbaren nacht. Vorige Volgende