De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Hofdames. Thu-Sin-Yu. In diepen slaap verzonken ligt het park, Geluidloos. Alle poorten zijn gesloten. In diepen slaap verzonken is 't paleis. De bloemen in de parken geuren stil. Aan den terrasrand, bij de balustrade Van roosrood marmer, tot elkaar gebogen, Staan, en zij lijken stille schaduwbeelden, Twee jonge vrouwen, in den zoelen nacht. En de éene wou zoo gaarn haar groote smart, Die 't leven zwaar maakt, de andre toevertrouwen. Bang speurt zij in de boschjes - ál is stil. Reeds wil zij spreken, daar ontdekt zij plotsling Hoog op een tak een bonten papegaai. 't Is of hij haar met boozë oogen aanzag. Zij ziet hem zitten, zucht heel diep en zwijgt. Vorige Volgende