De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 44] [p. 44] Het fluitlied van den herfst. Thu-Fu. Gij arme zwerver, ver van 't land der vaadren En moe en zonder vrienden, vruchteloos Verlangt gij naar uw lieve moedertaal. Wel bloeit de zomer zoo verkwistend mild Dat gij nog rijk schijnt. Ook de vogelzang Klinkt als in 't verre vaderland vertrouwd. Maar wee u als het fluitlied van den herfst: Het sjirpen van de krekels schril uw oor treft, Wanneer de stormwind door de wolken woelt! Dan zult ge uw aangezicht in beide handen Begraven en uw tranen zullen vloeien En vol verlangen zal uw ziel zich wenden Naar 't welbemind verloren vaderland. Vorige Volgende