De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] De eeuwige letters. Li-Tai-Po. Terwijl ik dicht mijn verzen, tuur ik droomend Van uit mijn venster naar het wieglend deinen Der bamboestruiken in den zomerwind. Als opgezweepte waatren lijken zij En 't koel gezwatel van de blaadren klinkt Gelijk geruisch van hupplende kaskaden. Ik werp mijn letters op het blank papier, Zij zien er uit als waren pruimebloesems In wilden warrel op de sneeuw gestrooid. De frissche geur der mandarijnevruchten Vergaat wanneer een vrouw zë ál te lang in De donkre plooien van haar kleedren draagt. De rijp versmelt wanneer de zon hem áanblikt. Alleen mijn letters, die ik nederschrijve Zijn eeuwig, eeuwig! - Dit weet ik, Li-Tai-Po. Vorige Volgende