De Chineesche fluit(1921)–Hans Bethge– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] De echtgenoote. Mei Scheng. Aan d' oever breidt zich uit een helgroen grasveld En jonge wilgen buigen naar den stroom. Wijd open gaat een venster en in stralend Gewaad verschijnt een schoone vrouw en tuurt In 't klare water met een diepen zucht. Haar wangen gloeien rozerood, sneeuwwit Glanzen haar armen uit de zijden mouwen. Ja, heerlijk is zij! Vroeger jubelde Het volk haar toe, als zangeres erlangde Zij eens de liefde van de gansche wereld. Nu is zij de echtgenoote van een rijkaard En treurt zij, wijl zij niet meer zingen mag. Wie heeft een kleinood moet het goed bewaken. Heer echtgenoot, uw kleinood heeft twee voeten: Pas óp dat u het kleinood niet ontvlucht! Vorige Volgende