Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Eugène James Ode aan een eiland Ik ben je niet vergeten ik ben je stank niet vergeten en je geur niet noch je overdadige galbaden je brakke water en je moedermelk evenmin Nog hoor ik je kinderen lachen hun ouders huilen het gezang van je vogels onderbroken door dronken geschater en minnelach Ik zie je maan ik voel je zon de passaatwinden die je geen handel brengen en je landschap tot een unicum waaien Ik voel de bries van je adem de scherpe kanten van je stenen onder mijn voeten je geiten en luizen vreten de kleren van mijn rug Ik hoor je welkom schelden tegen de nieuwgekomenen ik zie het klatergoud van je rijke markt voel de leegte van je gouden eeuw hoor het valse van je symphonie ik dans op de deining van je bongos Ik mis ze niet ik mis je rijkdom niet je armoe niet je gezang en je gesnoef niet maar ik ben je niet vergeten. Vorige Volgende