in de ruit weerspiegelt. Het is hier erg onrustig vanavond en daarom heb ik lang niet zoveel kunnen doen als ik gewild had. In de kamer naast mij zitten Bryan Miller, Ileana (zij woont naast mij nu) en Vic Stevens hard te praten. Iemand heeft een half uur geleden bij me aangeklopt, maar gelukkig had ik de deur op slot gedaan, zodat ik kon veinzen er niet te zijn. Ik heb geen zin mijn hele avond kaartend en drinkend te verdoen. Buiten blaft een hond. Nu lachen ze in de andere kamer, Ileana klinkt er met haar hoge schelle stem bovenuit. Ik sta op en loop naar de tussenwand, waar een afbeelding van een hond keurig in een zwart ribbellijstje gevat hangt. De foto is niet en face maar en profil genomen. De hond kijkt langs de lens ergens naar toe (een telefooncel?). Ik druk mijn rechteroor onder het portret van de hond tegen het streepjesbehang, er wordt nog wat nagelachen, dan hoor ik:
Vic: Hij zit natuurlijk (gelach van Bryan maakt de rest van de zin onverstaanbaar)
Ileana: Of zou hij (iemand schenkt net een glas vol)
Bryan: Nee dat is het niet... ik weet het niet, je krijgt geen hoogte van hem.
Ileana:... (twee woorden onverstaanbaar) altijd maar te pennen.
Ze hebben het over mij. Ik druk mijn oorschelp nog harder tegen de wand, zodat hij pijnlijk dubbelklapt, maar op dat moment stelt Vic voor dat ze een partijtje zullen gaan pokeren. De stemmen verwijderen zich, kennelijk naar een tafel aan de andere kant van het vertrek.
Ik ga rechtop staan en doe een pas achterwaarts. Ik staar naar het streepjesbehang. Op sommige plaatsen zitten kleine wat blekere rechthoeken en ovalen: verdwenen familieportretten. Uit het streepjesbehang maakt zich langzaam haar gezicht los, als een overgeseinde foto. Ik draai mij om en loop naar de lavabo om mijn handen te wassen. Dan ga ik op mijn bed zitten en schop een voor een mijn schoenen uit.