ergens. Het plaatsje ben ik vergeten. Naar een zuster of zo. Ze komt over twee dagen terug. Eerder hebben we haar toch niet nodig.’
Als Roy en ik weer in de studio komen geeft Vicky net op een van kistjes geïmproviseerd podium een verhandeling over striptease.
‘Ik zal u dit zeggen: na een week ben ik op het toneel gekomen, en ik heb iets gevoeld, niet zoals nu; er was een direct seksueel contact tussen de toeschouwers en mij; ik voelde trouwens een zekere exhibitionistische opwinding; dat amuseerde me en ik geloof dat het publiek daarvoor gevoelig was. Ik was niet alleen maar een meisje dat zich uitkleedde en zei: “Goed, dit is nu eenmaal het beroep, een, twee, drie, ik trek mijn handschoenen uit, vier, vijf, zes, ik doe mijn jurk uit.” Er hoort iets te gebeuren in een striptease-nummer.’
Dus, vanaf het begin, is er iets gebeurd?
‘Ik geloof dat er inderdaad tussen het publiek en mij iets is gebeurd.’
U zegt ‘het publiek’. Wat is het publiek voor u, als u op het toneel bent?
‘Het publiek is een soort aanwezigheid, een soort warmte, dat al dan niet de golven terugstuurt, die je het toezendt.’
U gelooft dus dat een striptease-danseres helemaal niet iemand is, die het van buiten doet, Zij moet er in geloven?
‘Ja, en dat is juist wat het vak bederft, het aantal meisjes dat het werkelijk doet alsof ze revue-girl zijn of wat dan ook. Ze beoefenen een vak, dat ze helemaal niet begrijpen.’
Maar wat is de bedoeling van striptease? Wat is dat? Waar dient het toe, volgens u?
‘Striptease is een beetje het vraagteken, maar eigenlijk is striptease meer dan theater, op een bepaald plan.’
U bedoelt, dat het verder gaat?
‘Het gaat op een bepaald plan veel verder, omdat het zich op een puur lichamelijk plan afspeelt, en minder ver op het plan van de uitdrukking, want het is altijd hetzelfde, enfin, het is altijd hetzelfde verhaal, enfin het is geen verhaal... Het is eigenlijk bijna een beetje een heidens offer.’