film over gaat. Ik antwoord dat het een komedie wordt. Hij is gerustgesteld en gaat tevreden door sigareas op zijn pak te morsen en tegen niemand in het bijzonder over zijn rollen uit het verleden te vertellen, terwijl hij zo nu en dan met zijn linkermondhoek trekt, een hardnekkig overblijfsel uit een van zijn creaties. De regisseur Wynston Feldman die in deze film een rol zal spelen als acteur komt pas over een dag of vier in de studio.
Een van de assistent-cameramannen goochelt met sigaretten: laat ze uit zijn oor of uit de hals van zijn overhemd komen. Ergens in een hoek staat een ook al antiek televisietoestel. Niemand kijkt naar de film (een zeilboot draait schuin op het water liggend om een boei heen - close-up van een meeuw - het lachende met zwierend haar omgeven hoofd van een meisje dat zich aan de mast vasthoudt). Bryan staat op en komt naar mij toe. Hij gaat op de rand van mijn fauteuil zitten en legt een arm op de rugleuning, een vertrouwelijk gebaar waardoor tegelijkertijd zijn positie op de stoelleuning verstevigd wordt.
‘Weet je al iets?’
‘Hoe bedoel je?’
‘Heeft hij jou het script nog niet gegeven?’
‘Ik weet nergens van. Ik weet net zo weinig als jij, niets.’
‘Hij zegt dat het nog niet af is... dat hij niet met een vast script werkt.’
‘Je hebt toch de kranten gelezen, de interviews.’
‘Bryan Miller als Achilles...’
‘Door Cupido in zijn hiel geschoten.’
‘Maar ik weet niet eens met wie.’
Hij fluistert: ‘ik hoop maar met Ileana,’ en nog zachter voegt hij daar aan toe, ‘met die andere heb ik een verhouding gehad.’ Zijn gezicht raakt bijna het mijne. Hij ruikt naar aftershave lotion.
‘Met Eve?’
‘Nee, met Vicky. Ze was toen op de Actors School, het is al weer jaren geleden. Nu doet ze strip-tease; verdient goed.’