Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermdZwaagGa naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK, eertijds de H. Martinus gewijd, is een eenbeukige kerk met voorgebouwde toren, die aan de zuidzijde van de weg waarlangs het dorp zich uitbreidt, gebouwd is op een enigszins verhoogd ruim kerkhof. De kerk is eigendom van de Ned. Herv. Gemeente Wognum, Wadwei en Zwaag; de toren is burgerlijk eigendom. De kerk verkeert in een verwaarloosde toestand. Ga naar margenoot+ Oudh. en Gest. ii, blz. 470; Teg. Staat v, blz. 494; van der aa xiii, blz. 380; N.H. Oudh. i, blz. 80; joosting en muller, blz. 74; Gen. en Herald. Ged. v, blz. 253. Ga naar margenoot+ De kerk, fig. 61, pl. XCIV-199, bestaat uit een schip van vijf traveeën, waartegen een iets smaller en lager koor aansluit, dat twee traveeën diep is en driezijdig gesloten is. Het muurwerk van schip en koor wordt door steunberen geschoord. De voorgebouwde toren aan de westzijde is in drie geledingen van baksteen opgetrokken en wordt bekroond door een gemetselde spits die thans onder een bekleding met zinken losanges schuil gaat. Ga naar margenoot+ De baksteen meet aan de toren 23 × 5,5, 10 lagen 66,5, hogerop inwendig 22,5 × 4,5 - 5, 10 lagen 65. Uitwendig is veel muurwerk vernieuwd. Lijst en sierende onderdelen bestaan uit rode zandsteen. Het schip vertoont aan de zuidzijde vrijwel uitsluitend secundair gebruikte lichtgeelrode moppen, formaat 28-30 × 8,5-9, 10 lagen 96, hier en daar hersteld met verschillende soorten baksteen. De vensterkoppen bestaan alle geheel uit rode baksteen. Aan de noordzijde is het muurwerk tot de waterslag gepleisterd, daarboven bedraagt de afmeting der baksteen 22 - 23 × 5, 10 lagen 62; onder de afvallende pleister komen moppen te voorschijn. Het muurwerk is ongeveer 50 dik. | |
[pagina 233]
| |
Fig. 61. Zwaag. Herv. Kerk
Het koor heeft een plint van tufsteen, waarboven het muurwerk enige lagen moppen vertoont, 27,5-29 × 7-8,5, om vervolgens boven de waterlijst over te gaan in baksteen van 20,5-21,5 × 4,5-5, 10 lagen 58; de dikte van de muren beloopt hier ongeveer 60. De waterslag bestaat rondom het gehele gebouw uit rode Bremersteen. De toren heeft in de tweede geleding telkens drie smalle nissen gedekt door roodzandstenenGa naar margenoot+ lateien, en in de derde geleding brede korfbogig gedekte nissen met de galmgaten. De boogsluiting der nissen en het overkragend fries boven de derde | |
[pagina 234]
| |
geleding zijn vernieuwd, wellicht bij het aanbrengen van de ijzeren balustrade ter vervanging van de gemetselde, die in 1849 door van der aa nog genoemd wordt. De ingang is binnen een hoge geprofileerde spitsboognis gevat en wordt gedekt door een roodzandstenen latei met driepasversiering in de hoeken. In het boogveld hierboven is tussen een soortgelijk versierde roodzandstenen omraming een cirkelvormig bovenlicht met oud gesmeed ijzeren kruis aangebracht. Ga naar margenoot+ De steunberen aan het schip zijn, naar uit de gave vorm der eerste blijkt, door een ezelsrug gedekt geweest; de waterlijst van zandsteen wordt om de steunberen heen in baksteen voortgezet. Aan het koor zijn de steunberen slechts eenmaal versneden. Het muurwerk wordt afgesloten door een keellijst. De vensters van het schip hebben een eenvoudig smal holprofiel, aan het koor een profiel bestaande uit een afschuining onderbroken door een sprong. In de derde schiptravee zijn de oude ingangen nog aanwezig; aan de zuidzijde gedicht, aan de noordzijde verborgen binnen een voorgebouwd tochtportaal. De natuurstenen waterlijst grijpt er aan beide zijden rechthoekig omheen; de dagkanten zijn geprofileerd, aan de zuidzijde in baksteen, aan de noordzijde in natuursteen. Boven de noordelijke ingang heeft de nis een tufstenen tracering, uit cirkelsegmenten samengesteld. Ga naar margenoot+ De twee eerste traveeën van het inwendige zijn voor dienstruimten afgeschoten; er zijn vensters met houten kozijnen en kleine ruiten op willekeurige hoogten ingebroken. Het koor en de drie resterende schiptraveeën worden als kerk gebruikt. Schip en koor worden gedekt door houten tongewelven, op trekbalken die door middel van sleutelstukken en korbeels op diep doorlopende muurstijlen rusten. Van de sleutelstukken is nog slechts een enkele gaaf. In het koor komen de schinkels neer op korte schalken op kopjes. De beide eerste traveeën van het gewelf zijn onbeschoten. Achter de betimmering zijn aan de koorsluiting een vrij gave spitsbogige piscinanis van rode Bremersteen met driepas detaillering en sponning en aan de noordzijde een onversierde rechthoekige sacramentnis aanwezig. Ga naar margenoot+ Schip, koor en toren vertegenwoordigen verschillende bouwperioden, waarvan die van het schip de jongste is, xvia. Het koor en de toren zijn in de xve eeuw te dateren; de toren vertoont vrij late details; het koor dat weinig dateerbare vormen vertoont kan iets ouder zijn. Van de inventaris valt het koperwerk bijzonder op. Ga naar margenoot+ De eiken preekstoel is gaaf met achterschot, klankbord en trapje. De kuip is versierd met gestoken friezen, half-geornamenteerde, half gecanneleerde zuilen en ebben kussenpanelen. In het fries zijn de namen pieter claesz. blocker k.m., pieter jansz roomboer k.m., benevens het monogram c.p. (pieter claesz) anno 1659 te lezen. Het achterschot is aanzienlijk jonger en met ornament in de trant van Lodewijk xiv versierd, midden xviiie eeuw. Ga naar margenoot+ Op de preekstoel is een buitengewoon fraaie koperen lezenaar met Lodewijk xiv ornament aangebracht, gehouden door een koperen hand met manchet, die de zware gedreven koperen arm draagt xviiib, pl. CXVI-243. Aan de voet een koperen doopbekkenhouder, xvii. Op het doophek een koperen lezenaar, xviid, een kaarsenarm, xvii, een fraaie koperen doopboog in Lodewijk xiv vormen, pl. CXIX-249, bekroond door een peli- | |
[pagina 235]
| |
kaan met jongen, staande boven een wapen dat aan de achterzijde het opschrift vertoont: geschonken door juffr. marijtje hoflandt ao 1748. Op de voet van de doopboog is de naam van de gieter vermeld: joan nicolaus derck me fecit hornae ao 1748. Het houten model voor de boog is aangewend als omlijsting van een memoriebord voor de schenkster; het vermeldt behalve het memorie-opschrift de namen pieter claesz (mast) anno 1748 en gesneden door dirck kool. De afscheiding tussen het kerkgedeelte en de dienstruimten bestaat uit een in LodewijkGa naar margenoot+ xiv trant versierd schotwerk met vier deuren, midden xviiie eeuw, (1749?). Voorts bezit de kerk nog twee psalmbordjes uit 1696. Voor het zuiderportaal ligt een fragment van een rood-zandstenen sarcophaagdeksel (zie j. belonje, Steenen Charters, 1941, blz. 15, afb.). In de toren hangt een klok, hoog 82, diameter 98, met opschrift: dum trahorGa naar margenoot+ audite voco vos ad gaudia vite mcccclxviii. steven butendiic.
De moderne ROOMS-KATHOLIEKE KERK (omstreeks 1930) bezit een collectieGa naar margenoot+ kerkzilver waarvan het volgende vermeldenswaardig is: lavaboblad, pl. CXXX-276, 32 × 42 diameter; de rand versierd met bloemen tussenGa naar margenoot+ rolwerk en rolwerkcartouches; in de cartouches voorstellingen van S. Maarten, S. Petrus, S. Wilhelm van Maleval en een H. abdis met een boek, H. Gertrudis? In de schaal is een voorstelling van Pilatus de handen wassend, gegraveerd binnen een groot cartouche van aan rolwerk herinnerend ornament. Merken: Holland, Amsterdam, jaarletter e van 1667, meesterteken van Joh. Bogaert. frederiks nr. 193; wierookvat met nieuw bovendeel. Op het bakje cartouches van rolwerk, festoenenGa naar margenoot+ en voorstellingen van H.H. Martinus, Catherina, en de H. Maagd. Inscripties dirck florisen, trijn jansdr; omstreeks 1640. Merken zijn door de ijkproef onleesbaar geworden; fraai wierookscheepje, pl. CXXII-255, hoog 17, breed 19, met twee leeuwtjes en tweeGa naar margenoot+ hermen op de hoogopgebouwde achtersteven. Op de voet festoenen en bladornament, xviia. Merken: Hoorn, een zwaard? verder geheel onherkenbaar; geheel zilveren kruisbeeld, pl. CXXIV-262, hoog 93, op zware zilveren voet, versierdGa naar margenoot+ met vier gedeeltelijk vrij gedreven engelfiguren. Op de uiteinden van het kruis in relief de vier evangelistensymbolen. Op de voet een inscriptie: dirck volckerts, trijn baerthes bidt voor die zielen. Antwerps werk, gekroonde hoofdletter a van 1681, meesterteken monogram g.d.?, xviib; twee kandelaars, hoog 40, op pootjes. Inscriptie trijn claesdr. mary jansdr.Ga naar margenoot+ Antwerps werk, xviib, jaarletter x, meesterteken een zon; vier kandelaars, hoog 67; merken: Holland, Amsterdam, jaarletter y van 1733, meesterteken een ooievaar als Voet 134-135; twee vaasjes met grote voluutvormige oren, hoog 27, Antwerps werk, jaarletter aGa naar margenoot+ van 1681, meesterteken een zon als voorgaande.
Van de BOERENHOEVEN is nr. 259 vermeldenswaard als gaaf type van WestfrieseGa naar margenoot+ stolphoeve, xviii; zij is in 1949 gerestaureerd (opmetingstekening in archief Rijksdienst voor de Monumentenzorg). Een jongere hoeve nr. 268 heeft een aardige onlangs herstelde pronkdeur en gedeeltelijk in stijl vernieuwd bovenlicht. |
|