Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermdSpanbroekGa naar margenoot+ Het voormalig RAADHUIS van Spanbroek, thans als woning in gebruik, is een klein rechthoekig gebouw van het gebruikelijke vroege raadhuistype. Ga naar margenoot+ Volgens een prentje van spilman naar pronk in Verheerlijkt Nederland had de begane grond aanvankelijk een deur in de lange gevel. Thans is de benedenbouw met uitzondering van twee ovale lichtopeningen geheel gesloten en bevindt zich de toegang onder het bordes. Het gebouwtje werd in 1938 naar plannen van het Rijksbureau voor de Monumentenzorg door de Gemeente Spanbroek gerestaureerd. Ga naar margenoot+ Boven een vrijwel gesloten beganegrond, pl. XCVI-203, is op de verdieping, die aan de korte zijde langs een trap met bordes bereikbaar is, de raadzaal gelegen. Het gebouwtje is gedekt door een zadeldak tussen twee topgevels met klimmende pilasters. | |
[pagina 207]
| |
In het muurwerk, dat uit frisrode baksteen bestaat, zijn aan de noord- en oostzijde ruitmotieven van gele steen ingemetseld. Tussen de vensters zijn jaartalankers met 1598 aangebracht. De geheel bakstenen trapgevels, die gekenmerkt worden door de voor Noordholland karakteristieke klimmende pilasters, zijn door waterslagen in drie gedeelten gescheiden, waarvan het benedenste door een visgraat-fries afgesloten wordt. De bovenste waterlijst is in het midden rechthoekig verhoogd boven een ovaal venster. Het bekronend leeuwtje aan de westzijde draagt een schild met 1598. In de oostelijke geveltop zijn twee kleine getoogde openingen uitgespaard, zoals diverse Enkhuizer gevels vertonen. De vensters zijn bij de restauratie van kruiskozijnen voorzien. De ingangspartij is aan het einde van de xviiie eeuw omgeven met gesneden pilasters en een sterk geprofileerde kroonlijst waarboven een midden xviiie eeuws cartouche met het wapen van Spanbroek prijkt. Deur en bovenlicht xixa. Inwendig is achter een klein portaal met een vertrekje ter weerszijden de raadzaal nog enigszins intact; boven de deur een geschilderd supraporte, xviiib.
DE HERVORMDE KERK, eertijds de H. Bonifacius toegewijd, is een zeven traveeënGa naar margenoot+ diepe eenschepige kerk met vrijwel geheel vernieuwde toren. De kerk is op een iets verhoogd, dicht begroeid kerkhof gelegen en behoort met uitzondering van de toren die burgerlijk eigendom is, aan de Hervormde Gemeente. Oudh. en Gest., blz. 459; van der aa, x, blz. 609; van den bergh i, nr. 105; N.H. Oudh. i,Ga naar margenoot+ blz. 36; joosting en muller i, blz. 67, ii blz. 328; Gen. en Herald. Ged. v blz. 50; post, Eigenkerken, blz. 93. Het eenbeukige schip, fig. 49, waartegen aan de westzijde een flinke toren staat,Ga naar margenoot+ telt zeven traveeën waarvan de vier westelijke iets dieper zijn dan de drie oostelijke en wordt door vijf zijden van de twaalfhoek gesloten. Fig. 49. Spanbroek. Herv. Kerk
| |
[pagina 208]
| |
Van de toren is alleen de oostmuur in het benedenste gedeelte oud, waar de ichtgezette doorgang naar de kerk is te zien; de baksteen meet er 24 × 5, 10 lagen 66. Kleine gedeelten vleugelmuur zijn in verband ermede opgetrokken; de jongere gedeelten sluiten hiertegen aan. De toren is dus ouder dan de kerk, xva? Het muurwerk en de eenmaal versneden steunberen zijn geheel gepleisterd; waar deze opperlaag afvalt komen diverse soorten baksteen van moppen (30 × 9) tot drielingen aan het licht; de muurdikte beloopt 71-75. De spitsbogige vensters bezet met ijzeren ramen en blank glas, vertonen steeds een afgeschuind profiel onderbroken door een sprong. In de tweede travee aan de noordzijde is een gedichte toegang te onderscheiden. Inwendig zijn onder de vensters rondom korfbogig gedekte nissen uitgespaard; het gewelf is gestuct onder een oudere tongewelf-constructie. In de kap is boven de overgang van vierde naar vijfde travee een bouwnaad te zien, dus juist daar waar de traveeën iets smaller worden. Dit is de enige aanwijzing voor de op fig. 49 aangegeven scheiding in twee bouwperioden, waarvoor een nauwkeurige datering in het midden gelaten moet worden. De kerk bezit: Ga naar margenoot+ een geverfde eiken preekstoel met gesneden friezen en zwikvullingen boven de getoogde panelen xviib; Ga naar margenoot+ op het doophek twee koperen doopbogen, xviiia, en een lezenaar met een wapen, waarop een boom, volgens Gen. en Herald. Ged. van Claes Vijgeboom, burgemeester van Spanbroek, 1694; Ga naar margenoot+ een herenbank, xvii, met enige magere decoratie en op de overhuiving het wapen van Spanbroek. Ga naar margenoot+ Tegen de koorsluiting is het marmeren epitaaf aangebracht voor Johannes van Gheel, door R. Verhulst gebeeldhouwd, pl. CIV-217. Ga naar margenoot+ m. van notten, Rombout Verhulst, beeldhouwer 1624-1698, blz. 38 e.v.; Gen. en Herald. Ged. v, blz. 50; e. neurdenburg, De zeventiende eeuwse beeldhouwkunst in de noordelijke Nederlanden, blz. 213. Ga naar margenoot+ Het grafmonument dat in 1668 door Verhulst vervaardigd werd, bestaat uit een zwart marmeren plaat met inscriptie waaromheen een krans is gebeeldhouwd, bestaande uit lofwerk en voluten waarop terzijde twee putti staan, die attributen van de dood dragen. De krans wordt bekroond door twee grote gespreide vleugels ter weerszijden van een doodshoofd, waarop schrijlings een putto is gezeten die in de opgeheven armen een zich in de staart bijtende slang heft. De handen en voeten van de Dood zijn tussen het lofwerk zichtbaar. Aan de voet van de krans wordt door twee leeuwen het wapen van Gheel van Spanbroek gepresenteerd, omhangen met de orde van S. Michel. Op het kleine Romeinse olielampje, dat onder aan de krans is voorgesteld, staat de signatuur van Verhulst. Terzijde zijn twee reeksen stamwapens opgehangen van Johannes v. Gheel. Het opschrift van de middenplaat luidt: adsta viator sub hoc marmore tectum jacet corpus generosi domini joannis a gheel equitis toparchae in spanbroeck spierdijck suydermeer etc. die xxvii martii anno salutis christianae mdclxviii aetatis suae xliii praepropero fato abrepti. anima coelum originem sui repetiit exspectans diem novissimum quo in corpus clarificatum remigrabit. | |
[pagina 209]
| |
Links en rechts onderaan zijn later de volgende opschriften toegevoegd: d. hoogh geboorne heere daniel van gheel vrijheere van spanbroek en spierdijk etc. etc. collonel van een regiment paerde ten dienste van haare hoogmogende de heere state der vereenigde nederlanden en commandeur der stad naarden alhier begraven den 21 april 1739, en: de hoogh geboorene vrouwe jacoba casembroot, vrouwe van spanbroek etc. etc., alhier begraven den 19 september ao 1737. Bij de kerk werd in 1947 een rood zandstenen sarcophaagdeksel gevonden, die naarGa naar margenoot+ het Westfries Museum te Hoorn werd overgebracht (vgl. martin ms. en j. belonje, Steenen Charters, 1941, blz. 15, afb.). De klok, hoog 93, diameter 116 draagt het opschrift: bonifacius is mijnen nameGa naar margenoot+ mijn gheluyt sy gode bequame also verre als men mij horen sal wilt god bewaren overal. peter waeghevens goot mij int jaer mcccccxix. Op de mantel medaillons met Bonifacius, H. Maagd, merk van Peter Waghevens en het wapen van Mechelen en een fraaie ornamentrand.
In de gevel van de boerderij c 44 in de buurtschap Zandwerven is een grote gevelsteenGa naar margenoot+ gevat met herinneringsopschrift aan de storm van 1674: ao 1674 8 m i d. de donderende storm sloeg my omveer maer sprins en slants herstel herbout mij weer ao 1675. In top een steen met de wapens van Medemblik en van van der Wolff (Westfriesland's Oud en Nieuw, i, blz. 126). De vernieuwde boerderij C 48 heeft in de zijmuur een gevelsteen: de sijwinkel.
In de Gemeente staan twee POLDERMOLENS, de ene van de Kaagpolder, eenGa naar margenoot+ achtkante bovenkruier met vijzel, en zonder spruiten op houten onderstuk. De andere is de kleine achtkante bovenkruier met vijzel van de polder Westerveer. De molen staat eveneens op houten onderstuk en dateert van 1873; in 1950 is deze hersteld en van gestroomlijnde wieken voorzien. Beide zijn nog als windmolen in dienst. |
|