Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermdGrootebroekGa naar margenoot+ Aan de Raadhuislaan ten Zuiden van Grootebroek bevinden zich in het land enige grafheuvels, waarvan er drie bij opgraving door ringsloten omgeven bleken te zijn en opgebouwd uit zoden in meer perioden. Onderzoekingen wezen uit dat de heuvels uit de Bronstijd kunnen dateren (publicatie van het onderzoek door a.e. van giffen in West-Friesland's Oud en Nieuw 1953 en 1954; vgl. Enkh. Courant 13 Oct. 1949; h.tj. waterbolk, De praehistorische mens en zijn milieu. diss. Groningen 1954). Bij de opgraving zijn geen vondsten gedaan. h.tj. waterbolk en a.e. van giffen wijzen beiden op de merkwaardige situatie van bewoning op mariene klei op een niveau, dat thans 1.75 m beneden n.a.p. ligt.
Ga naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK, oudtijds de H. Johannes Baptista toegewijd, is een xixe eeuws gebouw, met een in de kern waarschijnlijk laat xve eeuwse toren met spitsboognissen versierd. De toren die eigendom is van de Hervormde Gemeente, werd na een brand tengevolge van blikseminslag in 1884, sterk vernieuwd en inwendig gepleisterd. De middeleeuwse kerk wordt afgebeeld op twee anonieme teke- | |
[pagina 95]
| |
ningen in de Prov. Atlas te Haarlem. Een bouwkundige schets door arch. a. mulder berust in de verzameling van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Van de inventaris mogen vermeld worden: een zwart gelakte eiken preekstoel met gekorniste panelen aan de kuip en bijbehorendGa naar margenoot+ achterschot en klankbord, xviic. Aan de preekstoel is een rijk in Lodewijk xiv stijl geornamenteerde lezenaar bevestigd,Ga naar margenoot+ pl. CXVII-245, die het jaartal 1749, het wapen van Grootebroek en zeven namen van schenkers draagt (Gen. en Herald. Ged. iii, blz. 169). De doopbanken, binnen het van een geslingerde spijltjeszone voorziene doophek,Ga naar margenoot+ zijn gedateerd 1690. Deze datum kan voor het gehele doophek gelden met inbegrip van de koperen doopboog, pl. CXVIII-247, samengesteld uit dierornament, de koperen lezenaar, waarop David de harp bespelend is voorgesteld en de blakerarmen. De kerk bezit voorts een drietal koperen kronen, twee grote en een kleine, alle vanGa naar margenoot+ twaalf armen.
DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK uit omstreeks 1930 bezit het volgende zilverwerk:Ga naar margenoot+ een vergulde stralenmonstrans in Lodewijk xiv vormen, op ovale voet, hoog 90,Ga naar margenoot+ xviid-xviiia; merken: Holland, Enkhuizen, jaarletter k, meesterteken ;een vergulde miskelk, hoog 30, op zeslobbige voet, waarop fraaie gedreven voorstellingenGa naar margenoot+ van de Aanbidding der herders, de Besnijdenis, de Aanbidding der Koningen, de Presentatie, de twaalfjarige Jezus in de tempel en de Kruisiging. Op de voet; merken: Amsterdam, jaarletter e van 1636, meesterteken van Th. Bogaert; een vergulde miskelk, hoog 22, op gelobde voet met de voorstelling van de vier Evangelisten. Op de cuppa Elia met de engel, het offer van Abraham, de Mannaregen en het Laatste Avondmaal. Merken: Amsterdam, jaarletter e van 1657, meesterteken van J. Bogaert (als voet nr. 97); een fraai gedreven oliedoosje, pl. CXXIX-275, met vogelmotieven op de opstaandeGa naar margenoot+ rand en een pelikaan met jongen op de deksel, omstreeks 1700, geen merken; een gegraveerd ampullenblad, pl. CXXXIII-283, diameter 23, met in het blad eenGa naar margenoot+ voorstelling van de bruiloft van Kana, langs de rand allegorische figuren, xviia. Merken: Holland, Enkhuizen, jaarletter b, meesterteken druiventros? in ruitvorm; een doopschaal met gedreven bloemornament in de rand, diameter 23 × 33,5. In de cartouches van de rand voorstellingen van de H. Maagd en Joh. Baptista. Merken: Amsterdam, jaarletter e van 1667, meesterteken gb. als voet nr. 100. frederiks nr. 201; twee ampullen, waarvan de bovengedeelten en de oren vernieuwd zijn; op de voetGa naar margenoot+ cartouches met voorstellingen uit het leven van Christus, xvii; geen merken te vinden; een wierookvat, samengesteld uit verschillende onderdelen, het bakje xviia metGa naar margenoot+ vruchtfestoenen en maskers; geen merken te vinden; deksel laatgothisch; een fors wierookscheepje, lang 20, versierd met enig kraakbeen ornament. Merken:Ga naar margenoot+ Amsterdam, jaarletter x van 1652, meesterteken een zespuntige ster met twee bolletjes, vgl. frederiks blz. 348; een kruisbeeld, hoog 85, geen merken te zien, xviii;Ga naar margenoot+ zes kandelaars, pl. CXXIX-273, hoog 55. Merken: Amsterdam, jaarletter f van 1658,Ga naar margenoot+ meesterteken van J. Bogaert. | |
[pagina 96]
| |
Ga naar margenoot+ HET WEESHUIS, oorspronkelijk gevestigd in het in 1839 afgebroken geseculariseerde klooster van de Reguliere Kanonikessen van S. Augustinus, toegewijd aan de H. Elisabeth, bewaart twee houten beelden van weeskinderen boven de ingang en boven een poort een schildhoudende leeuw xviii?; in de zijgevel een gevelsteen met 1575. Ga naar margenoot+ De nieuw opgemetselde trapgevel nr. 439 bevat een gevelsteen van 1643 en enige oude onderdelen; de pui is laat xviiie eeuws. De huizen 45 en 212 bevatten resp. gevelstenen met voorstellingen van S. Maarten en S. Pieter. Ga naar margenoot+ Een tegelschouw uit het pand 198 berust thans in het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen. Voorts bevatten o.a. de huizen 217, 286, 300 en een ongenummerd pand tegelschouwen met tableaux met Bijbelse voorstellingen, xviii-xix. | |
LutjebroekGa naar margenoot+ De moderne HERVORMDE KERK bezit twee koperen lezenaars en een eenvoudige koperen doopbekkenhouder. De voorzangerslezenaar is bijzonder rijk in Lodewijk xiv stijl geornamenteerd en vertoont behalve het wapen van Grootebroek het jaartal 1752. De kansellezenaar is vroeg xixe eeuws.
Ga naar margenoot+ DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK (1877, architect P.J.H. Cuypers) bezit een goed onderhouden zilverschat omvattende: Ga naar margenoot+ een niet vergulde monstrans, hoog 66, xviia, op zeslobbige voet, waarop de lijdenswerktuigen zijn voorgesteld. Het middendeel bestaat uit een cylinder geflankeerd door kleine heiligen beeldjes; merken: Hoorn, jaarletter g, meesterteken ;Ga naar margenoot+ een vergulde ciborie, pl. CXXIV-261, met edelstenen op de nodus; op de voet en de cuppa voorstellingen uit de H. Schrift. De deksel draagt een grote opengewerkte kroon. Merken: Amsterdam, jaarletter h van 1660, meesterteken onduidelijk; Ga naar margenoot+ een miskelk, hoog 29, op zeslobbige voet, waarop Heiligen zijn voorgesteld. Onder de voet inscriptie b.w. 1632. Gedeelten van de stam zijn nieuw; geen merken te zien; een kleine gladde kelk, hoog 15, op geornamenteerde voet; merken: Enkhuizen, jaarletter h, meesterteken een geitekop? xviia; Ga naar margenoot+ een hostiedoosje met deksel in knorornament en bekroond door een Mariabeeldje; merken: Enkhuizen, jaarletter w, meesterteken een druiventros? midden xvii; Ga naar margenoot+ een lavaboschaal, diameter 25,5 × 31,5, met fijn gegraveerde voorstelling van den Voetwassing in een rolwerkcartouche in het blad, midden xvii. De rand is versierd met engelkopjes, festoenen en twee cartouches met gegraveerde voorstellingen van de Aanbidding der herders en van Christus bij de put. Stadsmerk onduidelijk, jaarletter z, meesterteken een franse lelie? frederiks, nr. 204 als Noordhollands werk; Ga naar margenoot+ een wierookvat, pl. CXXII-256, hoog 28, met gedreven festoenen op het bakje en gothiserend ajourwerk en pinakels aan de kop, xviia; merken: Hoorn, jaarletter g, meesterteken als de monstrans. Ga naar margenoot+ een wierookscheepje, hoog 16, xviia, op geornamenteerde voet, overigens glad met uitzondering van een fleuronrand langs het scheepje. Merken: Alkmaar, jaarletter q, meesterteken een leeuw naar heraldisch links; | |
[pagina 97]
| |
een missaalband met zilver beslag op de hoeken en platten, xviib. frederiks nr. 38.Ga naar margenoot+ een missaalband in Lodewijk xv stijl met een zilveren medaillon, voorstellende de H. Nicolaas, xviiib, frederiks nr. 331. vier kandelaars, hoog 63, geen merken te vinden, waarschijnlijk Antwerps werk, xviib;Ga naar margenoot+ twee kandelaars, hoog 51; merken: Holland, Amsterdam, jaarletter d van 1738, meesterteken een ooievaar, voet nr. 134-135. |
|