Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermdBlokkerOosterblokkerGa naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK, oudtijds aan S. Pancratius gewijd, is een ruime éénbeukige kruiskerk die op een omheind, weinig verhoogd kerkhof ligt, ongeveer met de lengte-as evenwijdig aan de weg, waarlangs het dorp is gebouwd. De kerk is eigendom van de Herv. Gemeente Ooster- en Westerblokker en Schellinkhout; de toren is eigendom der Gemeente Blokker. | |
[pagina 11]
| |
Oudh. en Gest. ii, blz. 472; van der aa ii, blz. 495; joosting en muller i, blz. 72; N.H.Ga naar margenoot+ Oudh. i, blz. 82; Gen. en Herald. Gedenkw. iv, blz. 222.Het gebouw, fig. 6, pl. I-1, bestaat uit een bijna ii meter breed eenbeukig schip,Ga naar margenoot+ welks zuidmuur een travee langer is dan de noordmuur, waardoor de toren deels Fig. 6. Oosterblokker. Herv. Kerk
| |
[pagina 12]
| |
ingebouwd is; het dwarspand dat bij het twee traveeën diepe vijfzijdig gesloten koor aansluit, is even breed als het schip en wordt door steunberen in twee traveeën gedeeld. Ga naar margenoot+ Het muurwerk dat alleen aan de zuidzijde bepleisterd is, bestaat uit baksteen die aan de toren 23 × 5 - 5,5, 10 lagen 65 meet, aan het schip 21,5 - 22,5 × 4,5 - 5,10 lagen 60 en aan het koor 21,5 - 22 × 5 - 5,5, 10 lagen 62,5 - 63. Beneden de waterslag is het muurwerk in het transept en het koor samengesteld uit secundair gebruikte geelrode baksteen van 20,5 - 21 × 5, 10 lagen 61. Zandsteen wordt gevonden aan de hoeken van de steunberen van het dwarspand en het koor en aan de waterslagen, waar hier en daar de witte zandsteen met rode Bremersteen is afgewisseld. Ga naar margenoot+ De toren gaat vrijwel onversneden in drie geledingen op; het muurwerk wordt afgesloten door een rondboogfries waarboven de van vierkant op achtkant overgaande naaldspits begint. De tweede en derde geleding zijn gedetailleerd met smalle nissen, waarin boven de galmgaten rode Bremerstenen toten zijn aangebracht. De ingang is omlijst door eveneens rode Bremerstenen posten en een witte zandstenen latei binnen een hoge smalle spitsboognis, waarin een cirkelvormige opening is uitgespaard. Inwendig is aan de oostzijde een hoge spitsbogige doorgang naar de kerk. Ga naar margenoot+ Het muurwerk van het schip wordt door tweemaal versneden steunberen in traveeën gedeeld; in de westmuur van het dwarspand is aan beide zijden een steunbeer van het schip opgenomen, waardoor het duidelijk is dat het dwarspand jonger is dan het schip. De vensters van het schip, waarvan de eerste twee aan de zuidzijde en het eerste aan de noordzijde gedicht zijn, hebben een eenvoudig afgeschuind profiel, onderbroken door een sprong. Aan de zuidzijde is in de tweede travee een moderne ingang aangebracht, wellicht ter plaatse ener oudere; aan de noordzijde is in de volgende travee een oude thans gedichte toegang, waarvan de dagkant met een hol en een afschuining was geprofileerd. De koorvensters hebben een dergelijk profiel als die van het schip. De westelijke vleugelmuren zijn met spitsboognissen versierd. De dwarspandgevels zijn op de voor Westfriesland karakteristieke wijze gedetailleerd met twee brede, door bakstenen traceringen gedeelde nissen, terzijde van het thans gedichte middenvenster, dat ver in de top van de gevel doorloopt. Het bovenste gedeelte van de top is door een bakstenen waterlijst doorsneden en is versierd door aan de noordzijde een smalle geprofileerde nis met vorktracering en aan de zuidzijde door een dergelijke nis, geflankeerd door twee halve nissen; de zwikken beneden de waterlijst zijn aan de zuidzijde bovendien gevuld door twee geprofileerde cirkelvormige uitsparingen, een motief dat overigens nog slechts te Venhuizen gevonden wordt. Ga naar margenoot+ Het inwendige van de kerk wordt door een schot in het dwarspand in twee delen gescheiden waarvan alleen het schip als kerkruimte wordt gebruikt. Schip, dwarspand en koor worden door houten tongewelven gedekt met trekbalken, die door middel van sleutelstukken en korbelen op muurstijlen rusten; in het schip rusten deze op kraagstenen ter halverhoogte van het muurwerk, in het koor en dwarspand op bakstenen schalken. De schalken, die tegen de hoeken van de kruising zijn gemetseld, dragen direct onder de kap vier houten beelden van ongeveer i meter hoogte, onder houten baldakijnen, waarop de kruisingsschinkels neerkomen. De beelden stellen de Evangelisten voor; de Johannesfiguur is echter verdwenen, de andere zijn door een dikke laag verf bedekt. | |
[pagina 13]
| |
De kerk is blijkens het materiaal en de bouwnaden in drie perioden ontstaan. De toren isGa naar margenoot+ het oudste deel en kan uit het midden van de xve eeuw dateren. Het schip, dat aan de zuidzijde om de toren is heengebouwd, is wellicht in de tweede helft dier eeuw ontstaan, waarna, blijkens de ingebouwde steunbeer aan de westelijke transeptgevels, het dwarspand en het daarmede in verband opgetrokken koor ontstaan is. Blijkens de detaillering van de transeptgevel is het aannemelijk het ontstaan van dit gedeelte in de eerste helft van de xvie eeuw te denken. De kerk bezit een met snijwerk rijk versierde preekstoel met bijbehorend achterschotGa naar margenoot+ en klankbord, pl. XLI-86. De zeszijdige kuip heeft op de hoeken halfgeornamenteerde en met festoenen omhangen kolommetjes, die, op het gesneden benedenfries rustend, de verkropte bovenrand dragen. De panelen bevatten binnen een lijst cartouches van rolwerk met de wapens van Holland, Oranje, Blokker, Westfriesland en Drechterland en het jaartal 1661. Op de stijl van de trapleuning staat een goed gesneden leeuwtje, op het doophek een eenvoudige houten lezenaar met het wapen van Blokker. De koperen doopboog op het geverfde doophek is gemerkt e.e.v. 1645. In de herenbankGa naar margenoot+ zijn nog twee zuiltjes verwerkt zoals aan de kuip van de preekstoel voorkomen. Aan de wand zijn twee armen van koperen kronen bevestigd, voorzien vanGa naar margenoot+ electrische lampen. De gemeente bezit vier zilveren avondmaalsbekers, hoog 13, diameter bovenaan 9;Ga naar margenoot+ Twee dragen het opschrift: klaes kornelisz. niweboer, jan dirksz. groot 1695 benevens de gegraveerde voorstelling van het Avondmaal en de allegorieën van Geloof, Hoop en Liefde; merken: Holland, Haarlem, jaarletter i van 1695, meesterteken als voet nr. 62. De andere bekers zijn gemerkt: Holland, Hoorn, jaarletter i, meesterteken i.k. en dragen het opschrift i. schagen donavit 1744. Voorts bezit de gemeente twee grote tinnen wijnkannen, 1777.Ga naar margenoot+ In de toren hangt een klok, hoog 100, diameter 116 met opschrift: ‘henrickGa naar margenoot+ wegewart heft mi gegooten in der stadt campen anno 1601’ ‘oster blocker’.
DE ROOMS-KATHOLIEKE KERK, 1846, bezit enig eenvoudig zilverwerk, datGa naar margenoot+ grotendeels, blijkens ingeslagen plaatsnaam, afkomstig is uit de parochie Schellinkhout: een monstrans op zeslobbige voet, hoog 55 met inscriptie maertensz. pieterGa naar margenoot+ joostensz, xviia, de merken zijn uitgewist; een miskelk, hoog 17, xviia, waarop evenmin merken te zien zijn;Ga naar margenoot+ een godslamp, hoog 26, eind xviie of vroeg xviiie eeuw, merken: Holland, Amsterdam,Ga naar margenoot+ jaarletter k van 1696? meesterteken een dolfijn? twee kandelaars hoog 30, xviia, geen merken te zien;Ga naar margenoot+ twee vaasjes, hoog 17, xviib, merken: Holland, Hoorn, jaarletter k? meestertekenGa naar margenoot+ een ster.
Tegenover de R.K. Kerk staat een grote BOERDERIJ a 127, laat voorbeeld, omstreeksGa naar margenoot+ 1840, van het Noord-Hollandse stolptype met hoog halsvormig houten voorschot en siervazen terzijde. Inwendig een tegelschouw met veelkleurige bloemenplaquette.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 14]
| |
WesterblokkerGa naar margenoot+ Bij de vervanging na een brand in 1864 van de oudtijds de H. Michael gewijde kerk door een nieuw, deels van het oude materiaal opgetrokken gebouw, is de laatmiddeleeuwse TOREN behouden gebleven. Ga naar margenoot+ Zie onder Ooster-Blokker en Gen. en Herald. Gedenkw. v, blz. 137.Ga naar margenoot+ De toren, fig. 7, pl. II-4, die uit dieprode baksteen, formaat 21 × 5, 10 lagen 58 bestaat, is uit drie bijna niet versneden en vrijwel gesloten geledingen opgebouwd die aan de voet van de smalle, van vierkant op achtkant Fig. 7. Westerblokker. Toren
overgaande naaldspits, door een zaagtandlijst worden afgesloten. De tweede geleding wordt door een rood zandstenen druiplijst van de derde gescheiden. Op regelmatige afstanden zijn in het muurwerk de steigergaten gebleven; overigens wordt het strakke uiterlijk slechts door een smalle lichtspleet en twee gekoppelde galmgaten aan elke zijde doorbroken. De toegang die door een onversierde roodzandstenen latei gedekt wordt, is gevat binnen een geprofileerde hoge spitsboog. Aan de oostzijde is een hoge spitsbogige doorgang naar de kerk gedicht; de noord- en zuidwand hebben dergelijke spaarnissen. Ga naar margenoot+ Bij gebrek aan meer gegevens kan de toren slechts bij benadering in de eerste helft van de xvie eeuw gedateerd worden. Ga naar margenoot+ De kerk bezit een goed gesneden eiken preekstoel met bijbehorend achterschot en klankbord. De kuip is versierd met gedeeltelijk geornamenteerde en met festoenen omhangen kolommetjes aan de hoeken en een fries waarin het jaartal 1657 en de initialen: kkkbm; ikkm, ipkm, rit zijn vermeld. Ga naar margenoot+ In de toren hangt een klok, hoog 81, diameter 98, met het opschrift: salvator hiet ick, de leevendychghen (sic) roep ick den doeden overluy ick, goebel zael heeft my gheghoten mcccccxxxvii.
Ga naar margenoot+ Van het in 1388 gestichte KLOOSTER NIEUWLICHT, een priorij van reguliere Kanunniken onder Windesheim, dat in 1572 afgebroken werd, zijn in de z.g. Kloosterweide bij een opgraving in 1952 slechts puinsporen gevonden. Een plattegrondtekening berust in de R.K. Kerk en is afgebeeld in Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem xxxiii 1911, blz. 423 (Literatuur ook als boven bij Herv. Kerk, O. en W.-Blokker). Van een Tertiarissen klooster Bethlehem dat eveneens te Wester-Blokker gestaan heeft, zijn geen sporen meer bekend.
Ga naar margenoot+ De moderne ROOMS-KATHOLIEKE KERK bezit een anoniem schilderij xvii,Ga naar margenoot+ dat zeer geleden heeft, op paneel, groot 66 × 51, in de trant van S. de Bray, voor- | |
[pagina 15]
| |
stellende pastoor Dingenom van Schellinkhout, overleden in 1646. De geestelijke is voorgesteld, zittend ten halve lijve naar rechts gekeerd. Twee schilderijen, copieën omstreeks 1700, naar prenten van Rubens. Voorts het volgende zilverwerk:Ga naar margenoot+ een tabernakelkruis van schildpad met vrij grove zilveren beelden van Christus,Ga naar margenoot+ Maria en Johannes en andere Heiligen, hoog ongeveer 20, xviii; merken: Holland, Amsterdam, jaarletter s, meesterteken r; een grotendeels moderne monstrans, waarvan de voet, de nodus en enkele randjesGa naar margenoot+ oud zijn. Op de zevenlobbige voet zijn de voorstellingen der vier Evangelisten benevens de Annunciatie, de Kruisiging en de Vlucht naar Egypte gegraveerd. Merken: Amsterdam, jaarletter × van 1610, meesterteken wellicht als voet nr. 21; een vergulde miskelk, hoog 28, op zeslobbige voet, waarop voorstellingen van deGa naar margenoot+ Kruisiging en de Heilige Agnes, Maria, Johannes, Paulus; op de cuppa cartouches met Lijdenssymbolen. Werk van J. Bogaert, Amsterdam, jaarletter h van 1660; een ampullenblad 32 × 38 diameter met voorstelling van de H. Michael, Petrus,Ga naar margenoot+ Johannes Baptista en Matthias. Merken: Holland, Amsterdam, jaarletter o van 1700, meesterteken een takje met twee eikels. frederiks nr. 242; een stel ampullen pl. CXXIX-275 met een verlopende parelrand langs het oor enGa naar margenoot+ knorlijsten langs voet, buik en deksel, xviib; merken: Holland, Alkmaar, jaarletter t, meesterteken een takje met vier blaadjes; een godslamp pl. CXXXI-279 hoog 35, geajoureerd en met ajour uitgeslagen aanvatsels,Ga naar margenoot+ waarop gedreven engelkopjes zijn bevestigd; merken: Holland, Amsterdam, jaarletter t van 1729, meesterteken i.m. in een rechthoek; een wierookvat, xviia, met vernieuwde deksel; op het bakje twee allegorische voorstellingenGa naar margenoot+ en de H. Michael. Inscriptie: gegeven door Gerrit Symensz; geen merken te vinden; een wierookscheepje, hoog 15, breed 17, xviia. Op de voet inscriptie i.m. dirckz.;Ga naar margenoot+ merken: Holland, Alkmaar, jaarletter q, meesterteken een centaur; een missaalband met beslag, xviib, frederiks nr. 36;Ga naar margenoot+ twee kandelaars, hoog 60, xviib; merken: Holland, Alkmaar, jaarletter k, 1672?Ga naar margenoot+ meesterteken een schop; twee kandelaars, hoog 55, merken: Holland, Hoorn, jaarletter a van 1664, meesterteken een stemvork; een altaarschel, midden xvii, Holland?, Alkmaars werk, jaarletter v, meesterteken eenGa naar margenoot+ takje met vier blaadjes (als de ampullen). | |
Particuliere gebouwenDE BOERDERIJ nr. 159, bijgenaamd ‘de barmhartige samaritaan’, pl. III-6,Ga naar margenoot+ is een aantrekkelijk voorbeeld van de zuivere Westfriese stolphoeve, waarvan het vierzijdig rieten tentdak, met korte nok, op de vier staanders met opleggers van het hooivak rust. In het voorste gedeelte is het woonhuis gebouwd, dat hier met een topgevel verhoogd is en daardoor wellicht nog herinnert aan de oudere vorm met een apart, verder uitstekend woongedeelte (vgl. r.c. hekker, De Noord-Hollandse Stolphoeve); terzijde de inrit naar de naast het hooivak gelegen z.g. dars. De voorgevel en slechts een klein gedeelte van de zijgevel bestaan uit baksteen. | |
[pagina 16]
| |
Het woongedeelte heeft een sierlijke trapgevel met natuurstenen dekplaten en waterslagen en een toppilaster op kopje. Het kalf boven de getoogde deur is versierd met een gesneden voorstelling van de Barmhartige Samaritaan, en het jaartal Anno 1659. Het boogveld heeft, evenals dat boven het topvenster, siermetselwerk van rode en gele baksteen; de zijgevel bij de inrit is met gele vlechtingen afgeschuind. Ook de schoorsteen heeft siermetselwerk in spiralen. Inwendig is de oude indeling grotendeels behouden met eenvoudige betimmeringen. De boerderij is in 1944-'49 gerestaureerd, bij welke gelegenheid o.a. het deurkalf werd bijgewerkt. In de boerderij B 26 blauw tegeltableau met voorstelling van krijgslieden.
Ga naar margenoot+ Aan de Nieuweweg staat een grote KORENMOLEN ‘de krijgsman’. Het is een zeer hoge achtkante bovenkruier met stelling en spruiten op een stenen onderstuk. De molen is in 1897 in deze vorm gebouwd, doch is inwendig ouder en zou uit de Zaanstreek zijn overgebracht. De wieken zijn in 1943 gestroomlijnd, doch het binnenwerk is thans buiten gebruik. |
|