De wedstrijd ging over één K.M. en de 17 deelnemers werden over 6 series verdeeld. Alleen de eerst aankomenden werden geplaatst en Moeskops won zijn serie zonder zich in te spannen. In de halve beslissing won hij weer, waarna hij de beslissing had uit te vechten met J. Storm, G. Bontekoe en J. Kloeg. Het resultaat was, dat Moeskops eerste werd, gevolgd door Storm en Kloeg.
Hij reed slechts een paar maanden, maar dat hij toen al in den strijd zijn hersens gebruikte blijkt wel hieruit, dat de verslaggever van Het Vaderland kon opmerken, dat ‘Moeskops handig en met begrip reed’.
Dit typeert. Want doorgaans weten nieuwelingen, die hun eersten wedstrijd - een wedstrijd op de baan en dus voor publiek - rijden, van louter nervositeit niet wat zij doen. Hij echter reed zijn eersten baanwedstrijd direct als een renner, ook daardoor aantoonende, dat hij geboren vakman was.
'n Paar weken later, 19 October, beëindigde de Amsterdamsche baan haar exploitatie-seizoen met 'n populaire.
Moeskops schreef in en toog naar Amsterdam. Zooals reeds in ons ‘Vluchtig Ontwikkelingsbeeld’ is verteld, was hij toen op 4 weken na 20 jaar oud en het was de eerste maal dat hij per trein reisde. Hij wist niet wat hem overkwam en als een kind zat hij naar de velden en de voorbij vliegende telegraafpalen te kijken. Geëmotioneerd kwam hij op de baan aan, maar niettemin liet hij zich door de hem vreemde omgeving niet intimideeren en tot verwondering van velen kon hij de vreemde baan direct goed rijden. Zijn geslinger en gespeel op de Scheveningsche baan wierpen hier hun nut af.
Toen hij zich naar den start begaf wachtte hem echter een onaangename verrassing. Hij had namelijk ingeschreven zonder te weten dat hier géén nummer voor nieuwelingen op het programma stond en dat hier alleen slagers, winkelpersoneel enz. van de partij mochten zijn. En evenmin was hem de bepaling bekend, dat zij die reeds een ander nummer hadden gewonnen, in deze populaire niet mochten uitkomen.
Zooals gezegd: zich naar den start begevende, kwam 'n meneer, een jurylid, naar hem toe en zei: ‘'t spijt mij Moeskops, doch jij hebt de vorige maand te Scheveningen een wedstrijd voor nieuwelingen gewonnen en daardoor mag je nu niet uitkomen.’
Moeskops toonde niet in het minst hoe onaangenaam verrast hij was. Maar hij was er toch bepaald van geschrokken. Doch niettemin gaf hij laconiek ten antwoord, dat die andere fietser van Scheveningen, zijn broer was. Die was nieuweling, maar hij was poelier en hij mocht hier dus meerijden.