[16]
Komen wij thans weer terug op het onderwerp der emotionaliteit.
Er is in de sport nagenoeg geen crack geweest, die niet ernstig overhoop heeft gelegen met een ‘official’ en menig crack dankte daar verrichtingen aan, welke hem zelf verrasten.
Toen hij na de ‘scène’, die hij met den official had, toen hij na de terechtwijzing of na de straf, die de official hem had bezorgd, weder aan de start moest verschijnen en hij dien official zag, werd hij weer zó geladen, dat hij zich op dien kerel ging wreken.... in zijn prestatie.
Al dan niet in goede vorm (ons zijn zelfs gevallen bekend, waarbij de crack vrijwel buiten vorm was) leverde hij, dank zij die innerlijke bewogenheid, een verrichting, welke hijzelf boven zijn kunnen achtte.
Er zijn cracks, die onder deze omstandigheden recordverrichtingen hebben gemaakt.
Maar het kan ook gebeuren, dat hij 'n week, of veertien dagen later aan een wedstrijd moet deelnemen, waarbij diezelfde official wéér in functie is. Moet hij zich dan weer onder contrôle van dien kerel opstellen, dan begint de gramschap andermaal in hem te woelen. Hij wordt wéér geladen, doch ditmaal werkt deze geladenheid averechts. Hij wordt er door van zijn stuk gebracht.
Geschiedde dit, wijl zijn gramschap ditmaal de spontaneïteit van de eerste maal miste?